Gisteren een heerlijke documentaire gezien: Topp Twins: Untouchable Girls, waar ik geëmotioneerd uitkwam. Het gaat over de tweeling Jools en Lynda Topp uit Nieuw Zeeland. Ze zingen country-achtige liedjes, ze spelen allerlei typetjes, ze zijn lesbisch en wonen met hun vriendinnen, waarvan de ene al 40 jaar een stel vormt, in een huis op het platteland, waar ze gek op zijn. Ze blijken een deel van de Nieuw Zeelandse cultuur te zijn, hebben met politiekerige liedjes de gay rights in NZ dichterbij gebracht en het gegeven dat NZ nucleair vrij is.
De documentaire had als geraamte een concert dat de tweeling nu gaf met familie en vrienden en waar ze terugblikten op hun leven. Dan zag je beelden waar ze jong waren en dezelfde zelfgemaakte liedjes zongen, je zag hun ouders, ook twee fantastische, grappige mensen uit een stuk, je zag hen meelopen in politieke demonstraties, reacties van mensen uit het vak, je zag ze toeren en overal enthousiaste mensen van allerlei pluimage.
Iemand vatte het goed samen: wat ze doen is allemaal net als of en daarom weten ze allerlei mensen mee te nemen in een energie waar lol en levenslust en relativeren van jezelf de boventoon voeren. Het is als of ze countryliedjes zingen, als of ze twee cowboyachtige boeren zijn, als of ze campmother en campleader zijn, als of ze Ken en Ken zijn, de twee mannen in pak, alsof ze twee uitgezakte verpleegsters of rokende arbeiders of jetset cocktailvrouwen zijn... iedereen herkent iets en laat zich zo meesleuren in hun wereld. Maar zelf zijn ze het allemaal: er is geen professionele carrière, geen maatschappelijk imago, ze zijn wie ze zijn.
Ik moest heel vaak lachen, met iets van een brok in de keel. Het is alsof de film een soort parallelle wereld vertoont van veel fragmenten uit mijn eigen leven. Natuurlijk ook omdat W. in Nieuw Zeeland woont en ik er al twee keer geweest ben. De tijd van hun leven loopt ook gelijk met het mijne: in dezelfde tijd politiekerig geweest, countrymuziek ontdekken, de natuur, dezelfde hang naar het volkse, het samen een feestje bouwen en lol hebben.
Langzaam werkt de film naar een climax. Je vloeit mee met al hun stemmingen en verschijningsvormen en de sfeer wordt intiemer: ze zingen een liefdesliedje naar hun partners in de zaal, die dan pas in de documentaire geïnterviewd worden. Dan blijkt plotseling een van beide borstkanker te hebben en zie je haar doodziek in het ziekenhuis, terwijl de ander er volkomen machteloos bij zit. ' Als ik beter wordt dan wil ik dat je bij elk optreden voortaan ook mijn favoriete liedje My Pinto Pony zingt' en dat zetten ze dan tijdens het concert in.
Onderwijl zie je weer archiefbeelden: voor het eerst weer thuis en buiten, wankelend naar haar paarden, daar waar je ze tevoren met zijn tweeeen gezond en krachtig door de vlakten ziet draven, en ze vertelt dat de adem van haar paarden haar ter plekke het gevoel gaven dat dit genezend was. Ze legt haar kale hoofd op hun briezende snuiten. Zo mooi: die stervelijkheid en broosheid ineens en dat zoiets onwetenschappelijks ineens waar is: de adem van de paarden die is healing en nu zingen ze en omarmen elkaar tijdens dit concert.
De ene zegt: ik dacht even: als jij dood gaat... dan ben ik nobody. Wat een apart en uniek leven hebben die twee. Wat moet het bijzonder zijn om deel te zijn van een tweeling en altijd en overal te kunnen vertrouwen op een ander mens, die ook zoveel op je lijkt. Jodelend gaan die twee door het leven, letterlijk en figuurlijk, langs toppen en dalen, die Topp Twins.