Ik begon te kijken naar Ischa en Hans van Mierlo. Dan kijk je dus tegelijk naar de twee mannen in het leven van Connie Palmen, die allebei dood zijn. Ischa stierf in 1995. Het staat me bij dat Palmen in I.M. iets meldt dat ze valt op teddybeer-achtige mannen, een beetje mollig met een hoog knuffelgehalte. En dan zie je ze zitten: die twee met dezelfde soort neus, hetzelfde soort gegrinnik, je ziet ze met gemak genoeglijk grommen in de armen van Connie. Wisten zij veel dat dezelfde vrouw hun ooit zou verbinden? Zij weten van niks, de kijker van de toekomst wel.
Ik keek naar Renate Dorrestein en naar Jan Marijnissen. Dan zie je wat tijd doet met mensen: je wordt bedaagder en zelfvoldaner als je ouder wordt, tenminste als je leven tot dan toe een beetje gelukt is. Dat is bij beide zo, want het zijn nu de oudgedienden van respectievelijk feministisch schrijvend en socialistisch politiek Nederland. Maar ongeveer 18 jaar geleden ofzo, zijn beide nog rustelozer, hopend dat hun dromen uitkomen: een betekenisvolle stem zijn in Nederland. Jan Marijnissen is nog beginnend bezig om socialisme en het falende communisme van elkaar te scheiden, Dorrestein weet al van haar vermoeidheidsziekte. Maar beide hebben dat krachtige wat hoort in ongeveer het midden van een mensenleven: Wij zullen dóórgaan!
Gisteren zag ik het intervieuw met Jos Brink. Die ken je niet als veel ouder dan toen, want ook hij is gestorven. Dan lijkt het alsof je naar iets kijkt dat pas lijkt te zijn opgenomen: je kent beide niet als ouder dan dat ze toen waren. De tijd verglijdt niet meer als mensen dood zijn, ze blijven eeuwig jong.
Opvallend was hun overeensteming over de jaren zestig. Beiden vonden het een vreselijke tijd, met vreselijke mensen. Mensen die arrrogant en over het paard getild waren, hard. Ze vonden de jaren vijftig veel beter en mooier. Dat was een generatie van na de oorlog: hoopvol en ondernemend. 'We zijn beide oorlogskindjes', zei Jos Brink. Hoe anders kijkt men daar nu naartoe: de jaren zestig zijn juist mooi, met hippie, flower-power en peace en iedereen-had-nog-tijd-voor-elkaar en de jaren vijftig staan nu voor saaie, begrensde burgelijkheid.
Alles is relatief, blijkt maar weer. Gerelateerd aan plaats en tijd en persoon. Mij viel weer op dat de scherpte en de bijna onbeschofdheid van Ischa indertijd, nu heel gewoon is geworden. Hij lijkt zelfs vriendelijk in al zijn directheid. Daar keek ik indertijd anders naar. Zo is mijn eigen beleving van de tijd ook alweer veranderd.
Deze dvd-box is razend interressant omdat het je een kijkje gunt in verschillende soorten hoofden, die ook commentaar geven op hun tijd en hun plaats in de samenleving. Je reist door verschillende tijdslagen tegelijkertijd.