Ik begin een sentimenteel mens te worden. Nu mijn periode in Amsterdam er op zit en ik weer de terugreis aanvaard naar mijn eigen kleine provinciestadje, is er ook weer wat weemoed. Het vertrek uit een klooster (zie blogje 'Goddelijke dagen', dec 2011 ) of een vertrek uit een mij zeer geliefde stad, maakt ergens niet veel uit; ik scheur me los van plekken die me dierbaar zijn.
Plannen zijn er om weer doorkruist te worden door dat wat mogelijk is: ik had het plan om de andere kant van Amsterdam te befietsen; bij de Westergasfabriek, de Spaarndammerbuurt, misschien met het pontje het IJ over. Harde storm en regen weerhielden me daarvan. Ik bezocht met terugwerkende kracht opnieuw het Scheepvaartmuseum, het Verzetsmuseum en begon de dag in het Joods Historisch Museum.
Amsterdam lijkt net een dorp, want de mevrouw in het Verzetsmuseum begroette me met: Ben je teruggekomen? Ik stond gisteren buiten te roken: Je hebt zo'n leuke hoed! Allemaal dankzij zuster B. die mijn gewoonte had overgenomen om veertjes op te rapen tijdens wandelingen en die heb ik allemaal in mijn winterhoed gestoken.
In het Joods Historisch Museum is een tentoonstelling met foto's van Saul Leiter: New York Reflections. Het was een heel, heel rare ervaring. Ik zag niks nieuws. Ik zag precies de dingen die ik altijd zie als ik door een stad rondzwerf. Veel van zijn foto's heb ik precies zo in mijn hoofd gemaakt. Vaak denk ik als ik rondzwerf: klik, klik, klik, ik kan wel doorgaan, er is zoveel mooi, er is een stille harmonie tussen dingen en mensen, het lijken soms abstracte schilderijen. Het landschap van een grote stad is zo verrassend en rijk en de mensen gaan daarin op zoals boten op een rivier, of vogels in de lucht.