De ene film heet No Greater Love en de andere film heet A Home at the End of the World. De eerste is een documentaire: regisseur Michael Whyte kreeg na tien jaar correspondentie eindelijk toestemming om te filmen in het Karmelietenklooster van de zusters van de Heilige Drievuldigheid in London, in Notting Hill. De gelijknamige romantische komedie is trouwens ook een mooie verschijningsvorm van diezelfde liefde, maar dit terzijde.
De liefde zoals de zusters die beoefenen, altijd aandachtig en gericht op God, hun naam voor de liefde, ja, die is mooi en zwaar tegelijk. Een zuster vertelt wat er gebeurt in de stilte die behoudens twee recreatiemomenten altijd bewaard wordt: 'De stilte... die wordt muziek... en dan wordt het ...gratie.' Maar als je daar niet bijkunt, en bij een zuster duurde dat 18 (!) jaar, dan zit je in De Donkere Nacht van de Ziel, zoals de mysticus Johannes van het Kruis dat verwoordt heeft. Lachend zei dezelfde zuster over het moment van doodgaan, dat iets ontzagwekkends heeft: het kan altijd zijn dat de atheisten toch gelijk hebben en er niks is!
Ik herken de heel andersoortige energie die deze liefde in de stilte baart. De wijze waarop de zusters lachen nadat ze samen met elkaar een volksdans hebben gedaan, de ontlading van aandacht, inspanning en ontspanning en saamhorigheid. Ik kan invoelen hoe rituelen die ik niet ken kunnen aanvoelen omdat vanuit de stilte en de ruimte van de liefde die je dan ervaart, elk menselijk gebaar dat daarheen verwijst goed is: menselijk en soms wat onhandig, maar altijd geaccepteerd en écht. Zo zalven de zusters op Witte Donderdag éen voor éen de voeten van een beeld van Jezus en kussen het. Raar. Als je er alleen maar met ogen van buiten naar kijkt. En toch...
De andere film is een boek van Michael Cunningham met dezelfde titel, die ook het screenplay voor de film geschreven heeft. Hier is de liefde het bindmiddel tussen drie mensen en het moeilijkste blijkt om dit te geloven en die heelhuids door de tijd heen te dragen. Bobby is de spil daarin, omdat zijn liefde argeloos en spontaan is, voor zijn boezemjeugdvriend Jonathan en Clare de huisgenoot van Jonathan in New York. Maar ook al veel eerder voor de moeder van Jonathan: heel authentiek gespeeld door Sissey Spacek.
Liefde die wel en niet met seksualiteit te maken heeft: Bobby is hetero en Jonathan homo, en in hun jeugd hebben ze met elkaar de eerste stappen op erotisch gebied gezet. Bobby is in feite Jonathan's eerste en enige echte liefde. Voor Clare was Jonathan haar eerste en echte liefde. Maar die kon niet geconsumeerd worden, want hij is immers homo. Zij gaat ook houden van Bobby, die hun huisgenoot wordt en ze wordt zwanger van hem. Bobby denkt niet na over de liefde: hij IS gewoon.
Ze gaan wonen in een huis op het platteland, a home at the end of the world, de mannen beginnen een eetcafé, en zij zorgt voor hun dochter Rebbeca. Voordat het zover is, voelt eerst Jonathan zich overbodig en verlaat de andere twee als ze nog in New York wonen. En dan terwijl je denkt, nu is het volmaakt, gaat Clare weg... Ze kan de liefde die beide mannen met elkaar delen uiteindelijk niet aan. Ze ziet ze samen dansen op de veranda, is eerst blij ontroert en wordt dan heel verdrietig. Ze gaat weg en neemt hun dochter mee. Ze vraagt Bobby om met haar mee te gaan, ze wil hem voor zichzelf, maar Bobby gaat niet mee. Wat ze niet weet, is dat Jonathan aids heeft en Bobby dit als enige weet.
No Greater Love en Home at the End of the world: de ene film had ook de titel van de andere kunnen hebben. Elk klooster is ook een beetje 'een huis aan de rand van de wereld' en alle liefde tussen mensen, of die nou geconsumeerd wordt of niet, put uit die bron van liefde, waar er geen grotere liefde is, dan de liefde die IS.