donderdag 27 september 2012

Droef

Herfstwind
De tak van de moerbei
ligt er zielig gebroken bij.     Basho

Er zijn soms van die droeve dagen dat je zou willen dat alles anders was. Dat je zou willen dat iedereen met de mensen waar je van houdt op een gewone, natuurlijke wijze zou kunnen praten. Dat de dingen transparant zijn. Dat tijd, plaats en je zelf samenvallen met anderen. Dat je meer zou kunnen delen, dan het geval is... Maar ja, men mag niet ontevreden zijn. Het mag wel maar je hebt er zo weinig aan. Tranen kunnen louteren als ze uit echt verdriet ontspringen, maar ontevredenheid vreet en knaagt en holt jezelf uit.

Het leven is toch ook wel een drama af en toe, een donkere poel van wrikken en wrakken die daarin dobberen. Zo vind ik de sfeer rondom mijn wijkcentrum zonnig en relaxed, ik zie steeds vaker mensen een beetje nieuwsgierig naar binnen kijken als ze langskomen en ik hoop dat ze eens de stap zetten om gewoon binnen te lopen. De mensen die in de buurt wonen en op weg zijn ergens anders heen, die kijken tegenwoordig sowieso naar binnen. Om mij even te groeten. Leuk.

Maar gisteren hoorde ik de wijkagent vertellen dat er gemiddeld vijf fietsen per week rondom het winkelcentrum worden gestolen, en hij vond dat weinig. Er schijnt hierachter op een parkeerplaats gedeald te worden. Er zijn bendes zakkenrollers actief die een hele strategie ontwikkeld hebben.  Ze volgen in de AH een klant, gaan vlak achter hen staan als die pinnen bij de kassa, zo ontfutselen ze de pincode en vervolgens bellen ze die per mobiel door naar iemand anders. Die gaat, samen met een andere zo iemand volgen tot in een kleinere winkel of onder in de parkeergarage en dan maakt de ene een praatje of veroorzaakt een botsing, terwijl de andere de portemonnee rolt. Dan vlug naar de pinautomaat... enzovoort.

Dat heet dan de kleine misdaad, daar heb je rekening mee te houden. De wereld is oneerlijk verdeeld en sommigen vinden daar deze oplossing voor om het wat recht te trekken. Maar gisteren werd ik overvallen door iets waar ik in het geheel geen rekening mee had gehouden. M. de interieurverzorgster was terug en ze vroeg me ineens: 'Wat staat daar?' Ik had briefjes bij de deurklinken geplakt, om de deuren niet op slot te draaien. 'Hoezo, wat staat daar?' vroeg ik, 'kun je het niet lezen?' Nee, dus, ze kan niet lezen.

En dat vertelt ze nu: terwijl ik al vaker een briefje voor haar had neergelegd. Nu: nu ze zelf toch zo'n beetje helemaal aan de grond zat: Haar kinderen zijn uit huis geplaatst en op het werk krijgt zij nu haar laatste kans. Intriest. Haar kinderen werden regelmatig van school geschorst en een van haar dochtertjes kwam dan meehelpen schoonmaken in het wijkcentrum. Die absolute solidariteit naar moeder:  zó graag een complimentje van haar willen krijgen...Maar moeder schreeuwde alleen maar en vond het wel best dat dochter niet naar school ging...Nu kon zij vaker buiten sigaretjes roken met onbekende mannen die aan haar kleven.

Je gunt die dochter een heel andere toekomst en dat ze op het rechte pad zal blijven. Maar dochter zal nu ook wel verdrietig zijn, want ze moet haar moeder missen. Ach,  en zo is het leven voor velen ook hangen en wurgen en je kunt daar zelf niet veel aan doen. Je wilt vliegen, maar je blijft aan de grond.