Er zijn twee Clarissenkloosters in Nederland: eentje in Nijmegen en eentje in Megen. In de eerste kom ik al jarenlang heel regelmatig, ik voel me er verbonden mee, zoals dat dan heet, omdat ik er ook leesgroepen en meditatie begeleid. In de andere was ik nog nooit geweest. Nu zijn er ook Clarissen die nog nooit in het oorspronkelijke Clarissenklooster in San Damiano, iets onder Assisi zijn geweest, waar Clara zelf heeft gewoond, en daar was ik al drie keer, dus ach.
Maar toch, een beetje een lek in mijn kennis, vond ik dat wel. Maar men besluit niet uit zichzelve daar eens naar toe te gaan, bij de poort aan te bellen om daar eens mee te doen met de vespers ofzo. Tenminste ik niet. Nu vroeg M. me om mee naar Megen te fietsen. Zij is daar 3 jaar zuster geweest, al weer meer dan elf jaar geleden, en is sindsdien nooit meer in de kapel geweest. Behoudens 10 minuten, ongeveer 3 jaar geleden.
We waren dus elkaars jas, zoals dat in sociologische termen ooit is uitgevonden. Meisjes durven niet alleen de disco in en gaan dus met elkaar. Als de ene ten dans wordt gevraagd, past de ander op de jas. Een soort van: " Annie, hou jij mijn tassie effe vast?". De fietstocht daarheen , en ook weer terug, was heerlijk. Door flarden bos, weilanden,een oud dorspstraatje bij Hernen,langs Batenburg en het het veer over bij Appeltern. Op een terras in Megen kwamen de herinneringen, bij M. Ja, zusters zijn net mensen.
De eerst gezongen hymne binnen was zo prachtig, dat ik wel weer de verleiding kon voelen, hoe mooi het zou kunnen zijn. In de kapel was ik heel blij met de kapel van Nijmegen: die is licht en ruim. Deze was voor mij iets te smal en de donkerhouten klassieke koorbanken, net iets te groot. En alle zusters zitten dicht bij elkaar, de gasten zitten apart. Een beetje beklemmend, allemaal. Of kwam dit door de verhalen die ik op het terrasje had gehoord, terwijl ik me laafde aan een pilsje in de zon?
Enfin. Uiteindelijk was het er ook wel vertrouwd. Een mengeling van nestgeuren van de Clarissen en een oud kloostergebouw, zoals in Velp-Grave.Al lag het veel minder afgezonderd dan ik dacht, er stonden allemaal huizen rondom de slotgracht. Met de trechters van varkenstroggen bij de buren: O, ja het stonk er altijd zo, had ik een week tevoren al vernomen. Nee, ik word nooit een non. Ik heb daartoe niet het juiste karakter. Maar zo'n dagje op-en-neer, mijmerend hoe mooi het zou kunnen zijn, als mensen ideale wezens waren, dat was hemels.