zaterdag 22 september 2012

Rangatira

Hij kijkt je vanaf de kaft van het boek met vriendelijke ogen aan:  de Maori-man  Paratene Te Manu, geschilderd door de Bohemer Gottfried Lindauer. Hij is de overgrootvader van de Nieuw Zeelandse schrijfster Paula Morris. Zij schreef deze novelle Rangatira (Maori's voor: 'edel/nobel' ) om hem te eren en voor het voetlicht te brengen. Ik kreeg het van W. cadeau, met de opdracht om bij het lezen te kijken of het een geschikt boek is om in het Nederlands te vertalen. Een Belgische vertaalster dacht dat dit het helemaal  zou kunnen  zijn, maar W. had een beetje twijfels daarover.

Het is een interressant waargebeurd gegeven: Paratene is met een hele groep  Maori in 1886 op een boot gezet naar Engeland. Allen net christen geworden, de reis werd hem voorgespiegeld als een kennismaking met Engeland door Jenkins, die zich voorgaf een dominee te zijn. Uiteindelijk werden ze er  tentoongesteld als mensen uit een exotisch rariteitenkabinet en  de getatoeĆ«erde gezichten en lichamen hielpen daar natuurlijk erg bij. De groep bezoekt de koningin, een hoogtepunt,  maar een ieder voelt zich allengs steed beroerder en gebruikt.

En is het nu een geschikt boek voor Nederland? Nee, vind ik. Het is leuk voor Engelsen omdat een niet gekend stukje geschiedenis een stem krijgt en leuk voor NZ-landers, het boek heeft ook een prijs gekregen.

Apart is zo bij jezelf te ontdekken aan welke criteria jezelf vind dat een boek helemaal uit NZ aan zou moeten voldoen: Ik wil dan wat lezen over de leefwereld van de Maori, of iets mee kunnen maken van de beleving hoe het is als twee vreemde culturen elkaar ontmoeten, of hoe deze Maoriman het christelijk geloof combineert met de spirituele wereld van de Maori.

Niks van dit alles gebeurt in dit boek. Telkens weer hoorde ik de stem van Paula Morris erdoorheen, haar uitgebreide historische research van de barre overtocht op het schip, het toenmalige London en Birmingham, ja ze heeft zich goed ingeleefd, maar dat wil je niet steeds denken als je iets leest.

Tipjes van de sluier van de Maori-cultuur worden soms opgelicht: Als Paratene helemaal op het einde van het boek misprijzend naar zijn eigen geschilderd portret kijkt en ziet dat de tatoeages helemaal niet lijken: elke lijn heeft een eigen betekenis en dit is op zijn gezicht niet te 'lezen'. Als hij zegt dat Engeland zegt een eiland te zijn, maar dat is het niet, want er wonen veel te veel mensen en de zee en de kust is niet de zee en de kust waar je geest vrij van kan worden. Als hij zegt dat de Engelsen niet begrijpen dat de wereld van hem en zijn voorouders zo ruim is, dat het christendom daar als een net wel overheen geworpen kan worden en weer kan worden afgeworpen, maar dat het nooit zijn wereld zal kunnen vangen.

Bij de vertaling van dit boek is bovendien een hele verhalende woordenlijst noodzakelijk, omdat er veel Maoriwoorden in voorkomen. Bijzonder blijft dat deze voor Nieuw Zeelanders wel gesneden koek zijn: van jongsafaan leert de jeugd die en ook Maori-liedjes. Ach, wat is er toch veel te leren in de wereld: Dus het boek is best een aanrader voor wie  een beetje Maori-minded wil worden.