De voorstellen over de mail voor de boeken van de boekenclub vielen bij elkaar allemaal wat zwaar uit. Bijvoorbeeld een dik boek over de geschiedenis van Europa tussen 1900 en 1915 van Philippe Blom (een aanrader overigens, ik ben er al in begonnen: De duizelingwekkende jaren, heet het. Blom daagt je uit om naar deze periode te kijken zonder wetenschap van de wereldoorlogen, Hiroshima etc). En essays van Zadie Smith... Dus ik besloot wat in de bieb te struinen naar iets luchtigers, iets wat dicht bij jezelf komt.
Ik vond Proeven van liefde, een rose-achtige pocketboekje, van Allain de Botton, die nu populair is door zijn zoeken naar een religie voor atheisten. Dit boek komt uit 1993 en ik gooide het in de groep:' het lijkt me leuk om eens te filosoferen over relaties en liefde, en dat zeg ik, die als enige van de groep single is...' Maar ja, juist dan wordt je wel weer nieuwsgierig: hoe was dat ook alweer, liefde, seks, relatie, hoe deed je dat en hoe voelde je je dan, met zo'n ander persoon vlakbij je? Ja, je kan dat bijna vergeten, zo blijkt.
In een vliegtuig ontmoet de ik, die architect is, Cloë, een grafisch ontwerpster. Ze worden op slag verliefd op elkaar. Het leuke eraan is, dat je in het hoofd van de ik meegaat, in al zijn gedachten: van het maken van de eerste afspraak, tot het eerste etentje, de eerste kus, the mornig after. De ander idealiseren, willen pleasen, je aanpassen aan de veronderstelde wens van de ander, de schrik dat je zelf ineens object van liefde wordt, liefde van een ander die je dan alleen maar kunt ontvangen en wat voor verantwoordelijkheid hoort daar dan bij? Dan is het wederzijds en dan ben je ineens weer lid van een club. Die van 'de stellen', ja...
Allain de Botton spiegelt zijn eigen interesse, namelijk die van een religie zonder God, alvast vooruit door de 'ík' het volgende te laten denken: Misschien omdat een bepaald soort liefde voortkomt uit een drang om onszelf en onze zwakheden te ontvluchten door een amoureuze verbintenis met hen die mooi of machtig zijn - God,de club, Haar /Hem. Maar als de geliefde onze liefde beantwoordt (als God ons gebed verhoort, als lidmaatschap wordt verleend), worden we gedwongen naar onszelf terug te keren en dus herrinnerd aan hetgeen ons de liefde in had gedreven.
Wat is hetgeen ons de liefde indrijft? Dat is voor mij de vraag. Wat ontstaat er, als je de liefde in gedreven wordt, of die nu voor God is of/en voor een ander mens, en je dat doet met het volle behoud van zicht op je zelf en je eigen zwakheden? Als daarbij tegelijk, ook de ander niet dient om je zelf te ontvluchten en je je ook terdege bewust ben van de imperfectie en de zwakheden van die ander? We gaan er in de boekenclub over praten, dus dit thema wordt, in ieder geval, vervolgd.