maandag 27 mei 2013

Footnote: joodse witz

Ik heb gisteren een heel aparte film gezien: Footnote, heet het van Joseph Cedar, uit Israël. Het won de Palm voor het beste screenplay in Cannes en had een Oscarnominatie voor best foreign language. Ik viel voor de voorkant van de dvd-hoes, waar een oudere man midden in het papier staat, pakken oud papier dat deels al door de versnipperaar is gegaan, hij bladert in een manuscript en alles waait tegelijkertijd weg.

Het gaat over een vader en een zoon, Eliezer en Uriel, beide professor in de Talmoedwetenschap aan de universiteit van Jeruzalem. De zoon is succesvol en wint een prestigieuze prijs. De film begint met een bijna stilstaand beeld: 'De moeilijkste dag in het leven van Eliezer Shkolnik' en daar staat hij tussen zijn boekenkasten en trekt zijn stropdas recht, om naar de uitreiking van zijn zoon te gaan. Eliezer heeft zijn leven gewijd aan nauwgezet onderzoek, maar vlak voor publicatie haalt een andere wetenschapper hem onderuit en zo heeft Eliezer in heel zijn carriere slechts een voetnoot in andermans werk voortgebracht.

De film is apart omdat hij verteld wordt als een soort grap. Een Joodse Witz zo lijkt het,  waar het huilen je vergaat in de lach, waar de tragiek van het leven met een licht korreltje zout genomen wordt, maar het ook proeft naar een bittere pil die nu eenmaal verstouwt moet worden. Want wat wil het geval? De film vertelt vervolgens over 'de gelukkigste dag in het leven van Eliezer': hij krijgt een telefoontje dat hij de Staatsprijs gewonnen heeft, dezelfde waar hij al 20 keer voor genomineerd was.

Alleen was het een fout telefoontje, bedoeld voor zijn zoon. En de zoon wordt daarover ingelicht en die besluit het zo te houden en schrijft de motiveringsbrief waarom Eliezer de prijs krijgt. Zijn moeder verwacht dat Uriel nu eindelijk zijn excuses aanbiedt voor zijn eigen arrogantie: Zijn vader is nu immers toch een groot en erkend wetenschapper? Dus fluistert Uriël zijn moeder de waarheid alsnog in de oren. Exclusief, niemand weet het, ook zijn vrouw niet.

Eliezer is een man van het woord, hij is tenslotte hoogleraar in deTalmoed. Hij ruikt onraad en doet een vergelijkende woordenonderzoek. Het vreemde woord 'bolwerk' komt voor in de motiveringsbrief. Een woord waar zijn zoon onderzoek naar gedaan heeft. Het blijkt 'dreiging, verraad, list' en meer van dit soort dingen te betekenen. En dan gaat vader toch naar zijn 'eigen prijsuitreiking'. Einde film.

Vader en zonen: zo'n Joods en Joods-Christelijk thema. De een komt uit de andere, de ene laat de andere sterven, de andere offert zich op: het is daarbinnen een zeer precaire aangelegenheid. Om geen voetnoot te worden van de ander, dien je je afkomst te overstijgen. En je er tegelijkertijd mee te blijven verbinden. Ha, ha.