Er is een ouderwets weekendgevoel over me heen gedaald. Zo'n weekende waar niks hoeft, alles mag en je wordt verrast met onverwachte ervaringen. Gisteren zou ik met vriend E. weer een gedeelte van het Scholtenpad gaan lopen rondom Winterswijk. Eigenlijk viel het de vorige keer een beetje tegen. Alhoewel donker, mistig weer wellicht een rol speelt is het toch de eentonigheid van almaar weilanden en losse boerderijen en de asfaltweggetjes die niet echt charmeerden.
E. kwam met een ander voorstel: het Zwillbrocker Venn, ja het ligt in Duitsland, vlak daarbij in de buurt. Ach, wat mooi! Het was vroeger een veengebied, dat is afgegraven: nu een heel grote waterplas vol vogels, een meeuwenkolonie met 15.000 vogels krijsden rond, de thuishaard van Jonathan Livingstone Seagull, zo dacht ik. Er waren ook zwarte aalschovers en het allerleukste: roze flamingo's! Het is de meest noordelijke broedplaats van dit roze soort, het is mijn lievelingskleur en ik word daar vanzelf vrolijk van.
Vandaag dacht ik: ja natuurlijk is het ook mei, de uitbundigheid van al die tinten groen, het malse paars van beukenblad, de schermbloemen die overal in het gras en de bermen bloeit, de gele boterbloemen. En daarbij de witte kaarsen van de kastanjebomen, die anders in April hun hoogtepunt beleven: het heeft ook wel wat die overmaat, zo overdreven bij het koude kille waterweer. Je bevindt je in een decor vol contrasten dat zichzelf als het ware innerlijke tegenspreekt, zoals zo vaak gebeurd in het leven. Maar dat krijgt iets genoegelijks als je het van binnenuit bekijkt vanuit het Valkhofmuseum.
Daar werd mijn zondagse gevoel gevoed door een beschilderde klavecimbel, een cello en een hobo, die in de Vredeszaal met mooie wandtapijten, stukken van Bach, vader en zoon, en Telemann speelden. En de cello was even alleen aan het woord: een stukje uit 1690 dat geïntroduceerd werd als het: 'gemurmel van monniken in kloostergangen'. Mijn geest gaat dan rondzwerven: van de soberheid en kaalte en uniformiteit van een Cisterzienzerklooster zoals in Diepenveen, naar al die mensen die in hun zondagse kleren aan het luisteren zijn: zoveel kleine wereldjes bijeen, allemaal anders uitgedost.
Ach ja, en dan is het uitverkoop van boeken en cd's in de bieb en vind ik o.a. Apalachian Journey, met Yo-Yo Ma, Mark O'Connor en Edgar Meyer. Er staat een liedje op dat al langer mijn favoriet is op Sammie, ook zomaar gevonden. James Taylor, zo'n stem van vroeger van gevoelige luisterliedjes zingt: Hard times come again no more: een ultiem zondagsgevoel, zoals er van die zondagse gesprekjes bestaan die over het goede in het leven gaan in de sfeer van de hoop die in dat liedje uitgezongen wordt.