Het speelt zich, geloof ik, af in de film De Noordelingen van Alex van Warmerdam: langs de trap in de gang hangen schilderijtjes. De kinderen hangen die, elke keer als ze er langs komen, ze schots en scheef. De ouders hangen ze elke keer weer recht. Een subtiele wijze om te vertellen hoe mis het is, daar, met de familieverhoudingen.
Datzelfde gebeurt als je uit en te na ooit hebt vertelt waarom je een bepaalde zegswijze niet prettig vindt, je het ook niet vindt kunnen, en vervolgens bezigt dezelfde dat toch weer, woord voor woord op een kaartje. Of ik denk aan mijn ex-collega's op mijn vorige werkplek: ook daar gebeurde het me vaak dat wanneer ik iets herschikt, gedaan of verandert had in kleine huishoudelijke dingetjes, of iets administratiefs op de computer, het zonder overleg weer terug was gebracht naar de oude staat.
Ter plekke denk je nog dat er niks mee bedoelt is of dat het per ongeluk zo gaat, maar achteraf als dingen jaren achtereen zich herhalen, dan pas voel je dat er een totaal gebrek aan respect, aandacht, werkelijke zorg is. 'Jij mag niet bestaan' is de boodschap, 'ik wil jou niet in mijn omgeving' en wanneer het met veel psychologische dingen is omgeven, bijvoorbeeld als de andere juist zegt je gráág te willen zien, dan is het: 'Ik wil mijn beeld van jou zien, wat ik van jou gemaakt heb: die moet je zijn, die moet verschijnen. '
Ach ja, het valt niet mee: mensen onder elkaar en wat je aan elkaar kunt oplopen. Juist in die kleine dingetjes, daar openbaren zich grotere dingen. Ook omgekeerd: je hart kan zich openen door kleine gebaren die je meteen een gevoel van thuis en verbondenheid geven.
In het klooster, vorige week, stond R. nog vooraf aan 'het etentje in stilte', de avondboterham , ineens achter me en ze legde een kwart stukje appel naast mijn bord. Na de boterham is het een appeltje eten en schillen en dat doe ik nooit, zo'n hele appel: veels te veel. Maar het stukje appel dat R. me zwijgend, aanbiedt als ik met haar aan tafel zit, dát is precies goed. En in de kapel kwam H. even naar me toe: 'Is het wel warm genoeg? Of zal ik de verwarming een graadje warmer zetten?' Zij weet dat ik altijd na de vespers nog een uur ga mediteren. Het zijn de kleine dingen die het doen.