Het was een Pinksterweekende vol muziek. Niet bedoeld , maar toch gekeken: Het Eurovisiesongfestival! Ik had Birds van Anouk uit pure nieuwsgierigheid toch wel opgezocht en gedownload en herhaalde malen beluisterd. Mmm, best fijn nummertje, als Anouk dat met wat uithalen en expressievolle gezichts- en lichaamsgebaren te berde zou brengen, oké. Maar ze zong het eerder ingetogen. En het arrangement dat ik had gehoord was veel leuker en gelaagder: Dat eindigde met een tikkende klok, een soort van tijdbommetje.
Muziek op dat songfestival? Niet echt, maar het is heerlijk hangen voor de buis in de wetenschap dat half Europa hetzelfde aan het doen is. Ik ben, op zijn tijd, voor de meute en de mensenmassa en alle-neuzen-dezelfde-kant op. Dat is toch het ware Pinksterfeest: vlammende en vurige tongen en iedereen, mensen van verschillende culturen en windstreken, die elkaar ineens begrijpt.
Niet via woorden, maar dankzij de muziek: en die was er wel helemaal en totaal op de Musical Meeting in het sfeervolle park Brakkestein in mijn stad. Een concert van Sam Lee een Britse jongeman met een folk-achtige stem en een mondharp, die zijn oor te luisteren heeft gelegd bij de gypsies, flarden van liedjes hercomponeerde, waaronder een oud antisemitisch lied uit de twaalfde eeuw, dat de eeuwen getrotseerd heeft: hij zong dit duistere lied als waarschuwing, hoe de horror om de hoek kan liggen, in wat een onschuldig liedje lijkt.
Hoogtepunt was het concert in de avond in de overvolle Apollotent, wel sfeer vol, met-zijn-allen-luisteren-en -toejuichen, opnieuw Pinksterachtig, van de Braziliaanse popster Lenine uit Rio de Janeiro met het orkest van Martin Fondse, die onlangs een Edison won met Testimoni, een samenwerkingsproject met de trompettist Eric Vloeimans, die ik hoog waardeer.
Het project met Lenine heet The Bridge. Beide zijn oorspronkelijk opgegroeid op een eiland, Fondse komt van het Zeeuwse Tholen, ze moesten altijd een brug over om het vaste land te bereiken, beide groeiden op met een grote verscheidenheid aan muzieksoorten. It's fusion and confusion at the same time, zegt Lenine daarover in de bijlage van de VPRO-gids nr 16.
Dat vind ik nu inspirerend: als twee muzikanten van een andere uithoek van de aarde tot een zelfde soort waarneming komen omtrent de wijze waarop hun geboorteplek hen heeft gevormd en dan samen musiceren: zo vloeiend, zo met elkaar in één flow. Vooral het een na laatste lied dat De stilte van de sterren heette en Lenine met zijn hele lichaam, armen, benen, kronkelend, zong en de melodie zich verstrengelde met de instrumenten van het orkest, was adembenemend prachtig.