Ik was de hele lange zomer niet in het klooster geweest, zo gaat dat, ik had er niks concreets te doen en dan ben ik het liefste buiten, in mijn tentje of ergens in de natuur. Ik hou me dan aan het motto; 'heel de wereld is mijn klooster', en ik voel me daar wonderwel goed bij. Ik memoreerde gisteren tijden de pauze van de leesgroep, dat ik me dan helemaal op m'n plek voel: de regen tikkend op het zeil van de tent en dan lezen in de Geschriften van Clara.
'Had je die meegenomen?, zo'n dik boek!' en 'O, wat serieus, om dat dan te gaan lezen', reageerden de zusters. Naast mij, was er maar één andere non-zuster aanwezig, deze keer. Ik zag kleurige leeslintjes in de boeken van anderen. Dát is handig!, zei ik, in plaats van al die papiertjes overal tussenin. Nu gaat M. ook leeslintjes in mijn boek maken. En dit dan: E. had op alfabetische volgorde een lijst gemaakt en de bladzijden waar het te vinden was, zó dat alles op een bladzijde paste en geplastificeerd en wel precies in het boek paste, 'Handig!!! riep ik,want ik had al de ervaring steeds in het boek te moeten duikelen en op-en-neer te moeten zoeken, waar ook alweer. Ik maak er eentje voor je, zei E. en al voordat de vespers begonnen reikte E. me het aan in de koorbanken.
'Wat is dat toch fantastisch van zo'n gemeenschap; dat je al die kundigheden bij elkaar hebt en het allemaal kan delen!' zei ik. Ja, dat was waar, ze hadden met elkaar heel wat talenten in huis. 'Maar het is ook afzien, zo'n gemeenschap, hoor!' zei M en alle andere zusters aan tafel beaamden dat volmondig. Ja, dat geloof ik ook wel, zei ik. Dat valt niet mee: altijd rekening te moeten houden met elkaar. Zoveel hoofden, zoveel zinnen. De balans tussen persoonlijk geluk en ongeluk zal best weleens precair zijn.
Thuis kon ik mijn geluk niet op met het 'fijn-alleen-zijn'. Ik heb onlangs dat oude gevoel uit mijn kindertijd herontdekt: lekker in bed liggen lezen. Dat deed ik nooit meer. Ik ging naar bed als ik moe werd en wanneer ik in bed dan een bladzijde las, dan was het veel. Maar nu ging ik urenlang lezen in bed, het is een beetje zoals met een koptelefoon: het is intenser en geconcentreerder dan rechtop zittend in een stoel of op de bank.
Ook dan is dat een op-m'n-plek-zijn gevoel. Ik lees nog steeds 'vakantielectuur': detectives en thrillers: ze zijn zo ontspannend. Je leeft mee met de hoofdpersoon die achter de waarheid aanzit en je weet dat het een strijd is van het goed tegen het kwaad, en dat voedt toch wel weer mooi je eigen rechtvaardigheidsgevoel. De heldin is nu de psychotherapeute Frieda Klein en ze is gecreëerd door het Britse schrijversechtpaar Nicci French. Er zijn vijf delen van uit, elk met een weekdag in de titel, je kunt ze los lezen en ik lees nu Donderdagskinderen.