woensdag 30 september 2015

Tilburgs dagje

Nou, nou, het was me het dagje wel, gisteren. Na enig getwijfel, was het wel de moeite waard?, ging ik toch naar Tilburg, naar De Pont, naar een tentoonstelling waar wandkleden van de Amish gecombineerd werden met het licht-werk van de kunstenaar James Turrell. Bij binnenkomst zag ik meteen dat het zeer de moeite waard was. de wandkleden van de Amish in intense kleuren in het donkerder kleurenspectrum, leken een leven in zich te hebben en je naar zich toe te trekken, om erin te verdwijnen.

Hoe kan dat toch? Dat louter materie dat kan bewerkstelligen. Zoals de schilderijen van Marc Rothko en in Venetië zag ik de de tentoonstelling DANSAEKHWA, abstracte, eenkleurige schilderijen uit de jaren 70 en 80 uit de vorige eeuw uit Korea. Ik stond  voor twee bijna witte doeken, de ene met wat grijze vegen er doorheen en dacht plotsklaps aan de Tao en het Taoïsme, dat alles stroomt en dat niet handelen een ruimte kan scheppen die leeg en vol is tegelijk, zoals een briesje wind. Pas later zag ik dat juist die ene kunstenaar zich heel erg door het Taoïsme had laten inspireren.

Vanochtend keek ik naar een blad van de hazelaar die ik in een boek als bladwijzer had gedaan en toen zag ik in de nerven en de structuur hetzelfde als in de wandkleden van de Amish. Alles heel fijn doorgestikt in parallelle banen over de hele lengtes en breedtes van de stof. Daarmee lijkt er adem in te komen, de stof wordt er bijna organisch van. Met de gedachten dat de Amish in alle eenvoud, zonder moderne technieken leven, hun hart zo dicht mogelijk bij God en de natuur om hen heen, dan lijkt het alsof dat soort energie, al die aandacht,  vanzelf in hun creatieve voortbrengselen is gekomen. Dus het was mooi. Ook de combinatie met Turrell, die uit een Quakerfamilie kwam en voor wie licht het middel is waarmee hij werkt.

En toen ging ik weer het zonlicht in  en ik ging even zonnen  in het Wilhelminapark, en daarna  vroeg ik de weg naar het stadscentrum en bij het omdraaien meende ik iets van 'plof' te horen. Ik  keek naar de grond maar zag niks. Ik wilde lekkere appelkoeken kopen in V&D die er nog zo uitzag als de V&D in mijn stad van vijf jaar geleden, het leek een tijdscapsule naar het verleden, en toen bleek ik mijn portemonnee niet te kunnen vinden. Stress!!! Het was toch die 'plof', dacht ik meteen, dus ik liep de hele lange weg terug naar het park.

Onderwijl denkend: wat een kleine kans dat ik die terugvind, wat een onzin, eigenlijk, om dit zo te doen,en dan toch niet kunnen stoppen en heel hard doorlopen.  Ik vond géén portemonnee. Oké. Helaas.  De aardige conducteurs in de trein lieten me gratis terugreizen en de avondluchten vanuit de trein waren fantastisch. Ik hield een gevoel dat ik mijn portemonne toch nog niet zomaar kon opgeven. Thuisgekomen liep ik direct naar mijn antwoord-apparaat. Ja!, het lichtje knipperde, en ja! mijn portemonnee was gevonden in het park. Zie nou wel.

Tja wat?,  Zie nou wel? Wat zag ik? Zulke totaal niet te beredeneren gevoelens als 'door de stof heen kijken naar iets anders', licht dat bijna materieel wordt, materie die verdwijnt en toch weer verschijnt, ik kon er niet omheen, alleen maar ernaartoe. Ditmaal misschien binnenkort heel letterlijk: mijn portemonnee ligt nu in het gemeentehuis van Tilburg.