maandag 21 september 2015

Projectgroep in Dalfsen

In Museum De Fundatie in Zwolle stond ik voor een schilderij van Turner, de enige die aquarelliger was, lichtgeel, van licht verzadigd, een bol rondje ongeveer in het midden; de ochtendzon. Het was een mooie afsluiting van het weekend dat ik en mijn oud-studiegenoten, de 'Projectgroep', zogeheten door het projectonderwijs dat we toendertijd, enigszins tegen onze zin, een jaar genoten hadden, doorbrachten  in Dalfsen.

In een verbouwde deel van een oude boerderij, tjokvol met spullen, zo dat het zelfs mij duizelde, waar op zo'n ouderwets zwart bord met witte prikletters  'fokvee, vleesvee, embryo's en sperma , nu ook met Bed and Breakfast' werden aangeboden, allemaal hobby van de boer die daarnaast ook nog een fulltime baan had, er liepen nu honderd runderen en het was begonnen met twaalf. 'Ik wilde niet trouwen met een boer', verzuchtte zijn vrouw, daar dus, waren wij de mensen die van de B&B gebruik maakten, tezamen met een Pool die op en neer liep en een kamer ernaast betrokken had, en twee Hongaren die ik niet gezien heb.

Dalfsen, een landelijk dorp met grootse plannen rondom zonnepanelen en waar een vreemde absurdistische sfeer hing, de een moest denken aan de Trumanshow, en ik weer aan de films van Alex van Warmerdam en mensen van een kantoor zich 'vermaakten' met het niet-mogen-omver-rijden van kegels, in lelijke eendjes, 'vreselijk', zeiden we tegen elkaar, dat verplicht het leuk-met-elkaar-moeten-hebben, daar in Dalfsen, gingen we de Albert Heijn in voor croissantjes, een pizzastuk en een fles sap, alvorens we in het gemeentehuis, de archeologische vondsten van het trechterbekervolk  van 2500-2900 jaar voor Chr. bewonderden.

Daarna een wandeling  langs de Vecht, die in Overrijssel, want rond Utrecht is er ook één, er is een Vechtdalwandeling van vier dagen, die eentje van ons had bewandeld en zeer de moeite waard was, ik ga erover denken.  En toen zouden we boodschappen doen voor het avondeten. We aten ijsco's bij de friettent, twee gingen sokken kopen bij de Hema, en een toilettasje, de schoenmaker lijmde voor niks een laarsje, de kerk zat op slot, we schreven een kaartje voor een afwezige. We hadden helemaal geen zin om te koken, dus we haalden tenslotte Chinees, wijn, chips, olijfjes, crackers voor het stinkend kaasje dat iemand had meegenomen, bitterkoekjes en twee soorten thee.

En dit zijn de opsommingen van de dagelijkse handelingen, en dan vergeet ik de dubbele regenbogen die boven Dalfsen en het rommelige erf te bewonderen waren, de vele poezen, de kipjes met veren broekjes aan, het grote zwarte hangoor-konijn buiten en een nog grotere in een kooi in de schuur. Want het meest bijzondere blijft, dat het mogelijk is om zomaar tijdens het ontbijt uit te wisselen, hoe het met je ziel staat, wat de ziel is, of je daaraan toekomt. Alle veelvoudigheid wordt samengebonden en is aanwezig zoals in dat lichte gele licht van Turner: alles leeg en vol tegelijk.