In de regen andijvieblad geplukt voor het stamppotje. Het soort eten om de herfst mee in te luiden. De zomer lijkt nu werkelijk vertrokken. Gisteren in onderbroek en hemdje zitten zonnen, het werd veel warmer dan ik had verwacht, nu achter het glas naar buiten kijken. Ik begin eigenlijk best wel van regen te houden. Alle kleuren worden geïntensiveerd, het landschap voor me krijgt iets intiems,naar binnen gekeerd,de donkergroene bomen met die waas van water om hen heen, het gras dat zo fris groen is dat je het bijna kan ruiken.
Of ruik ik de aarde op mijn eigen handen, omdat die daar net in gewoeld hebben? Wandelen terwijl het licht regent heeft ook iets verfrissend. Met elke stap die je zet, ga je ook ergens doorheen. Of zijn het de naklanken van de goede preek die ik tevoren gehoord heb? Wandelde ik daarom zo licht in die milde regen terug naar de hoeve?
Ik liep de winkel in Kranenburg uit en de kerkklokken begonnen te luiden. Waarom ook niet, kom, naar de zaterdagavond-mis. Bij binnenkomst in de Sankt Petrus & Paulus-Kirche dacht ik: net als in Nederland, alleen wat grijze koppies, verspreid her en der in de kerkbanken. Het was een kwartier voor aanvang. Maar allengs vulde de kerk zich en uiteindelijk zat het hele middenschip aardig vol en niet alleen met ouderen; ook een gezin met vier puberkinderen en naast mij zat een moeder met een moderne bril op en kort stekeltjes haar en twee kinderen.
Het is een prachtige kerk, heel goed onderhouden en verzorgd met mooie heiligenbeelden en altaarstukken. Het orgelspel galmde, danste, vervulde de ruimte. Het is een oude bedevaartkerk. Het verhaal gaat dat in 1280 met Pasen een herder de hostie niet kreeg ingeslikt en die in het Reichswald, hier vlakbij, uitspuwde. De hostie kwam vast te zitten in de spleet van een eik. Die werd later gerooid en naar de kerk gebracht. En toen bleek er in de holte van de stam een kruisbeeld te zijn gegroeid.
Ach, wat een mooi verhaal weer. Zo eentje waarvan ik niet hoef te weten of het echt gebeurd is. Goede verhalen reiken; verhalen vertellen en ernaar luisteren, ze lezen, is je geest en je hart oprekken, telkens weer. En dan wie weet, kneden naar een andere vorm: mooier, ruimer, begripvoller...met meer mededogen.
Sehnsucht... wat is dat toch een prachtig Duits onvertaalbaar woord: het is verlangen, maar ook gemengd met pijn, dat dit verlangen niet zomaar gestild kan worden. Verlangen dat blijft luisteren.
De laatste zin komt uit de preek van de priester in de kerk. Hij herhaalde talloze malen het woord Sehnsucht, noemde allerlei soorten van Sehnsucht op. Het had voor hem te maken met luisteren, niet met je fysieke oren maar met je verstand en met je hart. En dat dit luisteren ook pijn kan doen. En dan daarmee niet stoppen. En dit allemaal naar aanleiding van woorden van Jesaja (Jes 50;5), de eerste schriftlezing van zondag 13 september, dat was voor hem wel genoeg, zei hij: God , de Heer heeft mijn oren geopend en ik heb geen verzet geboden, ik ben niet teruggedeinsd.
Al heel lang denk ik, dat het in de kerk alleen maar over verlangen zou moeten gaan: verlangen naar heelheid, verbinding, mededogen. Alleen maar daarover blijven berichten, in een wereld die ook zo kapot is. Het soort verlangen dat in het Duits Sehnsucht heet. En nu gebeurde het, voor mijn oren.