Het is altijd een verrassing hoe ik het huis van Broertje in Amsterdam zal aantreffen. Hij had me gewaarschuwd voor troep, dus ik had me al ingesteld om de eerste uren er al schoonmakend door te brengen. Maar het was spic en span schoon. Ik vermoed dat hij het heeft laten schoonmaken. Zo zou dat bij mij werken: dat je de rommel pas ziet door de ogen van anderen. Want ik had gereageerd met: O, dat is niet erg... een keer eerder was het ook een rommeltje, maar nu ben ik erop voorbereid en toen niet, weet ik nog. O, echt? antwoordde hij.
Maar de grootste verassing zit 'm in het gegeven of en hoe ik kan omgaan met al de Techniek in zijn huis, die hij elke keer weer vervolmaakt. In zijn ogen. Nu zei hij dat er een afstandsbediening voor de verlichting in het halletje lag. Daarover deed ik nonchalant, want die kende ik al. Dacht ik. Maar nu liggen er gekleurde platte plaatjes, iets groter dan een pinpas en ik krijg het niet aan het werk Dus nu doe ik ouderwets de lampen aan en uit met de druk en draaiknoppen in de hoeken van de kamers.
Dat doet het nu tenminste. Er is een keer geweest dat ik voornamelijk in het donker zat, omdat dit toen niet lukte. Gelukkig was het toen zomer. Want ook van de verwarming snapte ik niks en van de tv. In feite zat ik toen zonder elektriek. Dat was 'kamperen in het huis van Broer' en dat is de keer dat er ontstaan is, dat het hier ook als een kluis aanvoelde: zicht op het water en de boten die voorbij varen, in stilte blijven, met een enkel boek, staren in het grote aquarium.
Maar nu doet alles het! De tv, het internet en hij heeft een laptop voor me neergezet met een eigen icoontje van een roos. Aangezien ik dat thuis allemaal niet heb, laat ik nu mijn verblijf hier, daardoor bewust kleuren. Het is de tijd op de tv van de jaaroverzichten en de terugblikken ; dus wel een aparte tijd om tv te kijken. En ik zoek oude programma's op, zoals Spoorloos dat zijn 25-jarig bestaan viert.
Spoorloos is het programma dat altijd in het Wijkcentrum wordt nabesproken tijdens het kaarten en dat zijn fijne gesprekken om aan te horen en ook nog eens wat over te vragen. Fijner dan al die negativiteit over de vluchtelingen, die ik overigens wel begrijp omdat de kwetsbaren in de samenleving veranderingen het directst op hun huid voelen. Ze hebben vaak een dikke huid ontwikkeld, maar die is vaak beurs door eerder getrek en geduw op allerlei fronten.
De verhalen van Spoorloos zijn allemaal echt, ze overspannen de continenten, ze gaan over allerlei landen en steden en dorpen en hutjes in de rimboe en de bergen, ze gaan over arm en rijk. Ze verenigen en herenigen. De levens van vele mensen verschijnen versneld en gestold in een reportage. Hoe armoede dwong om kinderen af te staan, hoe geliefden vertrekken en de ander met een kind achterlaten, hoe een vakantieliefde voor een onbekende vader zorgt.
Hoe een donorkind op zoek gaat naar zijn 'halfjes': twee halfzusjes vindt hij snel, en met zijn drieën willen ze op zoek naar de anderen en er melden zich na de uitzending in Nederland al meer dan 50, waarbij DNA onderzoek nog moet vast stellen of het klopt. De prognose is, dat het er wel 200 kunnen zijn. Zit je rustig voor de tv en dan zie je een soort van evenbeelden en pas dan kom je erachter dat je via kunstmatige inseminatie op de wereld bent gekomen.Tien jaar geleden of zo vond ik dit zelf een soort van sci-fi en stelde ik me al voor dat je verliefd zou kunnen worden op iemand, dat je verwonderd bent over zoveel verwantschap en dat die ander dan een halfbroer of halfzus blijkt te zijn.
Al die mogelijkheden van de techniek! Het meest opvallend vind ik dat de menselijke geest zo flexibel is als wat. De drie halfjes van elkaar zeggen nu luchtigjes, na de bekendmaking van wellicht de eerste 54, dat ze nu dus dan een veel grotere zaal moeten zoeken en dat het niet mogelijk zal zijn om met alle 200 vrienden of bekenden te worden. In de nabije toekomst komt er bij Spoorloos dus een reportage van een bijeenkomst van al die halfjes.
Hoe zou ik zelf reageren op zo'n bericht? Waarschijnlijk zou ik met al die 200 halfjes toch wel een dieptegesprek willen hebben, op zoek naar herkenning en gedreven door nieuwsgierigheid over de wijze waarop genenmateriaal zich verspreid. Of toch niet? Misschien zou ik wel heel laconiek zijn, zoals de toestand van het huis van Broertje.
Techniek maakt van alles en niks tegelijk mogelijk. Je hebt dan wel meer levend bewijs om je heen, dat alle mensen verbonden zijn met elkaar. Maar dan komt daarna waarschijnlijk toch de nuchtere vaststelling dat er van jou maar eentje op de wereld is.