Dagelijks denk ik hoe goed ik het heb in mijn verwarmde huis, de ruimte voor mij alleen, zelf kunnen koken en kijken wat je eet, dingen doen en laten en daar de vrijheid in hebben om keuzes te maken. Ik relateer me hier dan vooral aan de vluchtelingen in het bos Heumensoord, zo dichtbij, maar levend in een totaal andere werkelijkheid.
Dus iets in me vindt dat ik niet te lang kan stilstaan bij dingen die veranderd zijn of zomaar voorbij zijn. Bijvoorbeeld bij de opheffing van het weekblad Vrij Nederland. Ik ben al zo lang abonnee en moet dat bericht dan ergens anders lezen dan in VN zelf. Dat valt me tegen, dat ze gewoon een nummer afleveren en dit niet tot onderwerp maken van hun eigen nieuwsgaring. Juist omdat de kracht zo lang was, dat ze de vinger op zere plekken trachten te leggen, in de kleine en grote brandhaarden van de wereld.
Vrij Nederland gaat al vanaf mijn jeugd mee. Met de paplepel ingegoten, zeg maar. Zo werd ik vanzelf 'links'. Daar had ik verder geen besef van, want ik heb tot mijn 28-ste ofzo niet mogen stemmen omdat ik een Indonesische nationaliteit had. Dus ik verdiepte me er niet in wat ik was. Renate Rubinstein was er columniste, dat las ik altijd het eerste. Haar wijze van denken heeft mij zéér beïnvloed. Nou, dat blad wordt dus een maandblad, terwijl ze pas nog groots hun 75-jarig bestaan vierden. Voor mij is het blad ook achteruit gehold. Triest? Wat komt ervoor in de plaats? Zo'n materiële plek, in de vorm van een pak papier door de brievenbus vol verassingen, is dat nu voorgoed verdwenen?
En dan is daar Parijs: de stad van de liefde en het licht, dat ik in alle seizoenen wel bezocht heb en waar ik voor het eerst een hotelkamer besliep met mijn eerste vriendje. April in Paris, just chestnut-blossems... Eindeloos flaneren, de vrijheid, een klein kroegje in Montmartre... en nu? Angstig en gebarricadeerd. Niks in mij dat nu denkt dat het daar leuk is.
En dan is daar Lourdes. Ook daar het bericht dat het er stikt van de soldaten en de controleurs. Wat kan er dan overblijven van de sfeer van zachtheid die ik het sterkste punt vind van die plek, helemaal los of je nou gelooft in verschijningen van Maria aldaar en wonderen waar zieken genezen: Naast het Lourdes-water borrelde er een bron van troost. Helemaal weg nu, zomaar water kunnen putten is er niet meer bij.
'Waar moet dit heen, hoe zal dat gaan, waar komt die rotzooi toch vandaan?' Zo ging een liedje vroeger.