Ik leef nogal van de boeken die ik zomaar tegen kom. Zo vond ik pas in de Boekenboom, drie uitgeholde dikke boomstammen vol gratis boeken vlakbij, de Nederlandse vertaling van de Tau Teh Tsjing. Ik heb die op een ochtend helemaal achter elkaar gelezen.
Dat klinkt naar veel, maar is het niet: Het hele boekje bevat 52 hoofdstukjes, van ieder een bladzijde. Terwijl ik het las realiseerde ik me, het nog nooit in een Nederlandse vertaling te hebben gezien. . En ook hoezeer ik bij alles alleen maar Ja en Amen kan zeggen en hoelang die tekst al met me mee gaat.
Ik citeer hier Hoofdstuk 11. Het gaat over de echte betekenis van 'leegte'. Niet als iets negatiefs, maar juist als hetgene waarin de werkelijke vrijheid is: alleen daar kan datgene wat je dierbaar is en wat je liefhebt werkelijk gestalte krijgen. Vooral het beeld van het huis vind ik mooi en doel treffend, letterlijk: het zijn niet de muren die het thuis maken: het is hoe je er zelf een invulling aan geeft.
Alle materie kan voorwaardenscheppend zijn, maar is niet doorslaggevend. Je leven GELUKt noemen heeft te maken met je eigen inhoud, niet hoe de buitenkant eruit ziet.
De dertig spaken verenigen zich in de naaf.
Van de leegte hangt het gebruik van het wiel af.
Men kneedt leem tot vaten.
Van de leegte hangt het gebruik van het vat af.
Men hakt deuren en vensters uit om een huis te maken.
Van de leegte hangt het gebruik van het huis af.
Daarom: het zijn heeft zijn voordeel.
Maar van het niet-zijn komt het nut.