maandag 28 december 2015

Voorbij de Sionsabdij

Ik heb nog een stukje van het leistenen dak ergens verwerkt in mijn kerststal; van de Sionsabdij in Diepenveen die nu door de monniken verlaten is. Ze beginnen met zijn vieren een klooster op Schiermonnikoog. Liefst kluizen, zoals woonwagens, gebouwd rondom een kapel, midden in de duinen, iets hoger, zodat je  over alles heen kunt kijken. Dit  was gisterenavond te zien op tv.

Ineens zie ik abt A. weer, die in een paar jaar tijd wel wat ouder is geworden; de vitaliteit van de nog jongere man, zoals ik hem heb leren kennen is er al vanaf. Ik kwam er maandelijks, we lazen o.a.de woestijnvader Cassianus en gedurende die tijd heb ik het gastenverblijf zien veranderen van bruin en oubollig naar modern en kleurig en dus ook  gezien hoe het hele leistenen dak van de abdij vernieuwd werd.

Abt A. was  toen voortvarend en optimistisch over de toekomst van Sion: er was een cirkel van meelevenden om hen heen die ook een eigen ruimte kregen, er was een soort van nieuwsblad dat, geloof ik, maandelijks verscheen en er waren wat jongere mannen die roeping leken te hebben. Maar allengs werd hij ook somberder: het kan toch niet de bedoeling zijn dat hij  zich voortdurend moest bezig houden met het onderhoud van het gebouw? Hij was graag in Noorwegen waar een aantal monniken in zeer eenvoudige onderkomens in de bossen woonden.Nu lijkt dit ideaal gerealiseerd te worden op Schier. Het eiland dat naar de monniken vernoemd is.

Ik vond het nogal wat, die berichten: dat alles onttakeld werd. Geen begeleiding meer voor de cirkel rondom Sion, hij trok zich terug uit de leesgroep.  Iets erin roept ook iets op van: iedereen zoekt het maar zelf uit, ik wil er alleen voor God zijn; aju paraplu. Maar de allergie daarvoor heeft ook met mezelf te maken.

Dit afgelopen seizoen waren er bij de medtiatie-avonden bij de Clarissen voor het eerst minder mensen. Zuster R. zei in de wandelgang: misschien moeten we maar eens een seizoen overslaan. En helemaal onverwachts voor mezelf, begon ik daar steeds meer voor te voelen. Misschien was het ook wel goed als het helemaal stopte, voor alles is er een tijd, nietwaar? Dus ik stelde voor om te temperaturen bij de vaste kring bezoekers. En tja, daar kwam uit dat iedereen toch wel heel graag zou willen dat we doorgaan.

Daar sta je dan. Want bij mezelf groeide steeds meer het verlangen om het los te laten. Ik ben steeds meer een mens geworden van de stilte, wil eigenlijk niks meer zeggen en wil ook geen product afleveren: tweemaandelijks een brokje rust en bezinning. Dit is waar abt A. ook voor stond: waarvoor ben je monnik geworden? Toch niet om te faciliteren voor anderen?

Ik begrijp zijn verlangen goed. Sterker nog: stel dat er zoiets op Terschelling zou kunnen ontstaan, de plek die ik al beleef als dat ik daar in mijn tent in een kluis zit midden in de natuur, dan zou ik toch heel serieus op onderzoek gaan of zo'n monnikenleven iets voor mij zou zijn: op zo' n plek, op zo'n manier.

Maar dat is er niet. Ik vraag me tegelijk ook af of ik dit  wel echt zou willen en daarin zou kunnen geloven. Er helemaal voor God te zijn, zonder geldzorgen. Want waar komt het geld vandaan? De monniken van Diepenveen hoeven zich daar kennelijk geen zorgen over te maken. De verkoop van de Sionsabdij geeft genoeg bedding. Zeven keer in een etmaal bidden : is dat nou echt nodig om God naast je, voor je en achter je te ervaren?

Voor mij niet. Ik moet ineens weer denken aan een droom die ik ooit had. Abt A. en ik liepen door zijn klooster. We stonden in een van de grote lege ruimtes. Toen zag ik op de bodem van de vloer een afvoerputje en wist ineens dat dit ooit een zwembad was geweest, waar het water dus uit was gehaald. Het klooster was ooit een zwembad geweest, vol water. Een raadselachtige droom, die ik aan abt A. heb voorgelegd. Hij wist deze ook niet te verklaren.

Wat vol is, is leeg en wat leeg is, is vol, denk ik nu. Als je leegloopt door dagelijkse beslommeringen en vervalt in routines, dan is het goed om die achter je te laten om weer vol te kunnen stromen. Als je je laat vullen met dingen die eigenlijk niet bij je passen en je dan niet trouw bent aan je eigen roeping dan past het, om het niet te doen en het achter je te laten. Wat anderen daar ook van vinden, hoe erg je wellicht hen teleur stelt.

Het is eigenlijk, dagelijks, balanceren op een koord om je evenwicht te bewaren.Zoals  je richten naar de zon, zonder in slaap te doezelen of je te verbranden. Maar zo, dat je verwarmd word, je huid gaat tintelen en je je helemaal, van voor en achter, van links en rechts, je jezelf voelt leven.