Deze dagen kwamen plotsklaps de schilderijen van Firenze Lai in mij bovendrijven. Zij komt uit Hong Kong en maakt kleine schilderijen met menselijke figuren daarop in lichtgrijze pasteltinten. Maar het 'pastel' is niet zoet, maar eerder wat teruggetrokken van kleur. Die menselijke figuren zijn alleen of met zijn tweeën, maar soms te groot voor de ruimte waarin ze zich bevinden, of ze zitten net niet gemakkelijk, zijn log en traag... ze lijken zoekend, een beetje op drift, maar niet wanhopig, eerder wat melancholisch...
Ik zag haar werk op de Biënnale, natuurlijk, in het Paviljoen van de Vreugde en de Angst en dat werkte bij mij een beetje zoals bij het lezen van een brief: je leest het de eerste keer integraal en sneller, en daarna een passage nog eens, en soms kan bij overlezen je ineens iets heel anders opvallen. Bij haar gebeurde het me, dat ik bij een derde keer kijken, een schilderij heel erg bij me binnen kwam en ik me afvroeg of ik het écht al eerder had gezien. Ja, met het oog moet dat wel, ik ben gewend om altijd langs de dingen te lopen, stuk voor stuk, en nooit alleen maar snel een blik op het geheel te werpen.
Dat is de vrucht van tijd en aandacht: dat het werk zich ergens kan wortelen in je geest... en dan komt het nu tevoorschijn: Misschien omdat de toon en de teneur van haar schilderijen nu aanwezig is, nu de herfst in aantocht is. En ik sprak L., in de bieb, hij kwam naast me zitten. Ons hele contact bestaat in elkaar één keer in de zoveel tijd in de bieb of in Appie tegen komen en dan al onze wederzijdse kennissen, namelijk oud-studiegenoten, afgaan en horen van elkaar of er wat nieuws onder de horizon is, bij deze en gene. De band is ontstaan omdat hij ooit zeer verliefd was op mijn toenmalige vriend H.
Nu vertelde hij dat hij de begrafenis had geleid van zijn allereerste Duitse vriend, L. was toen 19 jaar. Een vriend die toen 35 was en waar hij nooit heel dichtbij in de buurt kon komen. Als hij achter het gevoel van de ander wilde gaan, antwoordde deze steevast met: Es ist mir Egal. Een paar jaar geleden heeft hij hem nog een keer een brief geschreven met vragen over de toenmalige relatie, maar nooit een antwoord teruggekregen. L. weet zeker, dat de brief is aangekomen. Toen kwam het bericht dat hij ziek was, L. heeft hem nog eenmaal bezocht en toen bleek, geheel onverwacht, dat het de wens van H. was, dat L. zijn uitvaart zou begeleiden...
Die onmacht; het hunkeren naar echte intimiteit en daar toch niet toe in staat zijn: dat zit er ook erg in die schilderijen van Firenze Lai. Dan is kunst opnieuw troostend en verzoenend: dat iemand dit thematiseert en de wereld deze beelden geeft.