maandag 11 september 2017

Geurende tuin

'De stilte is...' begon ik vanochtend te zeggen, terwijl de boor en klop-geluiden in de flat van M. aanzwelden. M. en J. begonnen te lachen en ik ook, natuurlijk. Uiteindelijk zei ik dan toch:

De stilte is
als een geurende tuin

Ik weet niet
wie deze ontworpen heeft
wie deze voedt
koestert en verzorgt.

Ik sta erin
mijn handen open
zonder werk

en er is vreugde
ja, vreugde
mateloos.

Gedurende de 25 minuten meditatiestilte was het ook bijna weer echt stil geworden. 'Mooie woorden', zei M. terwijl ik met een voet al buiten de deur stond. 'Daaruit blijkt dat je echt een contemplatieve aard hebt. Ik vergeet dat weleens, maar soms, zoals net, word ik daar weer met de neus opgedrukt.'

Ik vergeet het zelf eigenlijk ook, maar kan er niet omheen dat van de vele woorden die ik uit, dit soort woorden toch het meest diepe en vitale in mezelf raken. Gisteren dacht ik ook zoiets. Ik wandelde met een groep vrouwen prachtig vanaf de heuvels in Groesbeek, langs glooiende maisvelden, bruine en witte schaapjes, lichtbruine en zwart-wit koeien in de wei, pompoenvelden in allerlei kleuren en maten zover het oog reikte, op-en-af met doorkijkjes de verte in, door bossen en struikgewas, naar Nijmegen. Wanneer ik dan eindelijk achteraan loop, dat gebeurt altijd uiteindelijk, dan vind ik dat toch het fijnst.

Al het gekakel en de stemmen gaan met de wind mee, van jou af. Als je in het midden loopt zit je ofwel zelf in een gesprekje of hoor je de flarden van de gesprekjes voor en achter je. En steeds denk ik dan als ik zelf niks zeg: ik wil dit niet, hou nou allemaal je mond eens, wees aanwezig in het landschap.

De stilte was ooit mijn bijdrage op de Rietie-voettocht, waar het de bedoeling was dat ieder om beurten, de dag opende met een tekst ofzo. Ik weigerde en stelde voor om  de hele dag stil te zijn, ook tijdens het eten, en alleen het hoognodige te zeggen. Bij de evaluatie bleek die dag de meeste indruk op een ieder gemaakt te hebben...

Is dat mijn contemplatieve aard? Iets in mij is gek op gezelligheid en een eind weg-ouwehoeren. Tegelijk kan ik er niet onderuit dat ik pas in de stilte werkelijk thuiskom en ja, dan is er een tedere vreugde, zomaar en werkelijk om niets. Ofwel om alles, wellicht: dat je leeft, dat alles tintelt, ja, toch echt wel: een grote glimlach in een geurende tuin.