donderdag 14 september 2017

Silence

Columnist Ephimenco meldt in Trouw van vandaag, dat hij een kruisje op zijn borst draagt. Omdat hij behoefte heeft aan warme rituelen en aan symboliek, als ik het goed begrijp. De nachtmis bijwonen, kaarsen aansteken in een kapel. Omdat 'de steppen van het atheïsme dor en kil zijn'. Ja, dan zing ik ook liever dat oude lied: De steppe zal bloeien. Hij eindigt met: 'Alweer die vermaledijde joods-christelijke cultuur, die als een pleister aan onze identiteit blijft kleven!' Dat is een interessante metafoor. Want daarmee erkent Ephimenco dat onze identiteit als een wond is en dat joods-christelijke cultuur een pleister zou kunnen zijn. Zonder pleisters gaan wonden doorgaans etteren....

Onlangs zag ik de film Silence. Het is een bewerking van het gelijknamige boek van Shusaku Endo. Twee jonge Portugese Jezuïeten in de zeventiende eeuw gaan naar Japan, op zoek naar pater Ferreira, hun leermeester. Er gaan geruchten dat hij verjapaniseerd zou zijn en het christelijk geloof achter zich zou hebben gelaten. De christenen zijn in Japan een vervolgde minderheid, opgejaagd en uitgemoord door het boeddhistische Japan,  arme vissers en boeren, en o, wat klinkt dat nu bekend vanuit het boeddhistische Burma...

Als ultiem bewijs, dat zij het christendom weer hebben afgezworen, moeten mensen op een afbeelding van Jezus trappen. Zij die dat niet doen sterven een vreselijke dood: opgehangen aan een kruis tussen rotsen in de zee en zo bij vloed langzaam verdrinken. Of gewikkeld worden in rieten matten en de zee in worden gegooid of verbrand of omgekeerd met je hoofd in een afgesloten kuil hangen totdat je stikt. Van de twee jonge Jezuïeten sterft er een ook de verdrinkingsdood omdat hij een ander probeert te redden en de andere?... Die assimileert uiteindelijk met het boeddhistische Japan, aangespoord door zijn leermeester, vader Ferreira.

Silence: stilte, zo heet het boek en de film, verwijzend naar de stilte van God: je hoort hem niet, hij grijpt niet in, het is oorverdovend stil. Dus waar kies je dan voor: het redden van de levens naast je door wel op die afbeelding te trappen en wellicht ook gaandeweg ontdekken dat het christendom echt niet zal wortelen in Japan, waar natuurkrachten veel meer het wereldbeeld betekenis geven en het beeld van de berg, die in een moeras overeind blijft wel aanspreekt en níet die Jezus die zelf ten onder gaat? 'Trap erop!' zegt de jonge Jezuïet al, tegen de vervolgde christenen, dit is niet erg!

En zo is het ook. Symbolen verwijzen nooit eenduidig naar één iets. Zoals priesters niet éénduidig de representanten van God zijn op aarde, maar allereerst gewoon een mens. In deze samenleving kan het dragen van een kruis als een pleister aanvoelen, in een ander is het de hakbijl die jou zal onthoofden.

En die wond van de eigen identiteit: De ratio verlaten en evenzeer het beeld van God als een persoon die spreekt of de hemel als fysieke plek waar we heen gaan na onze dood. 'God'  fluistert waar we elkaar tegemoet komen, kaarsen aansteken, elkaar in oude tradities herdenken, in de kunsten, in de wind, die, zoals de geest, waait... geen zalvende woorden, maar de zalf van heel-makende handelingen: verband dat wordt aangelegd.