dinsdag 24 december 2019

Een ander kerstlandschap

Ik realiseer mij dat dit de eerste Kerst is sinds héél lang die totaal ‘werelds’ zal zijn, ik zie geen kerk of klooster van binnen. Vorig jaar was ik in Varanasi, de heilige stad van India aan de Ganges. In de middag liep ik er de Thomaskerk in, die men aan het optuigen was voor kerstavond. Helemaal vol met papieren glanzende kerststerren vanaf het plafond en het altaar voorin was nauwelijks meer te zien, helemaal omlijst tot en met in de zijbanken met roze bolle plastic bloemen. Het kruis had een rode neonlichtomlijsting. 

Er was een  avondritueel bij zonsondergang met zeven priesters, water, vuur, wierook en gezangen aan de Ganges met een menigte vol mensen, en dat is er elke dag zo. Maar het christelijke kerkje zal wel niet elke avond flikkeren in een waterval van roze, blauw en groen en geel licht  vanaf de top van de kerktoren met daarin een rode neonroos gestoken. Ik zie op mijn foto’s geen kerststalletje gefotografeerd, wel mannen op ladders tussen de kerkbankjes en kerstmutsen te koop op straat. Maar ik krijg nu de herinnering dat er in een rommelig hoekje een nog niet helemaal uitgepakte kerststal was: die had duidelijk niet de prioriteit boven de glimmende en stralende kerstversiering en kerstverlichting.

Ik had zondag het plan opgevat om dan in ieder geval naar de kerststallen in Museumpark Orientalis te gaan kijken, die doen al jaren ‘ Een feest van licht’, een mooie bron van inkomsten in de wintertijd en waarschijnlijk de laatste resten van hoe het christendom door het grootste gedeelte van de Nederlandse bevolking beleefd wordt... Maar het was koud en kil en regenachtig, dus ik bleef warm binnen en verzond daarvoor in de plaats mijn kerstwens met live vanuit het Concertgebouw in Amsterdam het ochtend en middagconcert. Als ik nu thuis ben des zondags dan luister ik. In plaats van die zondagse gang naar de kerk, waar mensen samen komen.

Dat blijft een punt in Nederland: waar komen mensen op openbare plekken nog samen? De koopgoot en het winkelparadijs en de cafés eromheen, maar dat bedoel ik niet, dat blijft doelgericht handelen en iets nuttigen met bekenden. Ik bedoel het zomaar gesprekjes hebben met mensen, korte alledaagse wisselstroom. Tegenwoordig lok ik het zelf weleens uit, kijken hoe iemand reageert. Zo stond ik onlangs bij het brood in een supermarkt van Kranenburg. Ik twijfelde of ik het brood zou nemen want Duits brood kan zoveel zuurdesem bevatten. Komt er een Nederlandse mevrouw voor mij, die mij een beetje hardhandig bijna opzij duwde, ik stond in de weg, de hele winkel vibreerde van de kerst inkoop drukte. 

‘Is dat brood lekker?’ vroeg ik haar. ‘U bent Nederlandse, dat hoor ik.’  (Ze had net haar man bevolen om alvast bij de drank te gaan kijken). Eerst keek ze norsig terug, maar na nog een paar zinnen ontdooide ze en zei ze: ‘En het brood is ook nog warm, heerlijk toch?!’ Missie geslaagd. Meer hoeft het niet te zijn: gewoon mensen die met elkaar praten en alert zijn in hun omgeving, in plaats van gesloten in hun eigen cocon... Ik keek naar de foto’s van mijn India-reis vorig jaar en weer viel mij op hoeveel mensen direct in de camera kijken, ook vanaf een afstand. In Nederland valt het nooit een mens op, als je een foto maakt.

Dus mijn kerstgedachte blijft dit jaar hangen rondom mijn permanente kerststal, die door het jaar heen een door mij ongezien vanzelfsprekend onderdeel is van het interieur. Weghalen betekent nu dat ik het echt nooit meer weer zal opbouwen... in  mijn kerstlandschap zijn meer vrouwen dan mannen en ze zitten ook aan een watertje, kletsen met elkaar tussen de beestjes waaronder een slak, een ooievaar, een varkentje, een schildpad en een kikkertje, naast de schapen, natuurlijk. Het kerstkindje, Jezus, de pasgeboren baby, is piepklein in dit kerstlandschap, heeft een normale proportie tussen die talrijke anderen... en die Jezus is voor mij niet aanwezig in de kerken, het zij zo.