donderdag 12 december 2019

De meeste mensen deugen. Carlijn Kingma

Ik had er een hard hoofd in of het gereserveerde boek de eerste maanden vanuit de bieb onder mijn ogen zou komen, want in de boekhandel staat het in alle top10 lijsten en bij mijn boekhandel vlak voor Sinterklaas op nummer één: De Meeste Mensen Deugen van Rutger Bregman. Tot mijn verbazing kwam het eergisteren binnen, ik begon er laat in de middag in te lezen, las de hele avond door en bleef wakker (meestal kan ik even indommelen).

Het leest in sneltreinvaart omdat het in gewone spreektaal is geschreven en de stelling is: Het is het meest realistische om er van uit te gaan dat de meeste mensen goed zijn: een homo puppy, in de grond speels, knuffelaar willen zijn voor elkaar en elkaar te willen helpen. Dit tegenover de homo economicus, waarin we misleid zijn om daarin te geloven en die uitgaat van het omgekeerde mensbeeld: we zijn in de grond slecht, alleen maar uit op eigen gewin, de andere is altijd de vijand of de concurrent en zo is dus de huidige kapitalistische samenleving  ingericht. 

Rutger Bregman ontmantelt een heel aantal zaken, die mij zelf ook altijd puzzelden en remden in mijn eigen positivo-houding. Net als hij meen ik ook al heel lang dat het een kwestie van selffulfilling  prophecy is of het met de wereld en de mensen daarop goed zal gaan of juist niet. Wie meent dat de mens in de grond slecht is, ziet donkere dingen en wordt gaandeweg in het gedrag ook cynisch en zal zo bijdragen aan een disconnected universum. Beter je de houding aanleren dat het glas altijd half vol is en niet half leeg. Beter je vertrouwen af en toe laten schenden, dan te leven vanuit wantrouwen.

Maar er knaagde wel altijd iets, door die verschillende experimenten en verhalen...en precies deze verhalen onttakelt Bregman als zijnde onwaar en volksverlakkerij: Zoals het Standford-experiment: door merg en been ging het bij mij dat je ziet dat een groep studenten die meededen en zich vrijwillig in een gevangenis lieten opsluiten en de helft de rol van bewaker kreeg, deze uit zichzelf binnen no time wreed en gewelddadig werden. Het blijkt hen door de onderzoekers ingepeperd dat ze dat moesten worden, want de eerste neiging is om er met zijn allen een gezellig theekransje van te maken... En The Lord of the Flies: hét voorbeeld dat jongen, alleen op een eiland elkaar afslachten, dus de mens zonder controle slecht is, maar het verhaal blijkt fictie en ondertussen hebben er in de realiteit wel zes jongen anderhalf jaar op een eiland geleefd en die hadden een volkomen vreedzame, harmonieuze samenleving met elkaar opgebouwd.

Zo zit het boek tjokvol andere voorbeelden, waar blijkt dat mensen het beste in zichzelf naar boven kunnen halen. Zoals de soldaten in de loopgraven in Vlaanderen in de Eerste Wereldoorlog die ineens Kerstfeest met elkaar gaan vieren, en nee het is geen zoetsappig, geromantiseerd verzinsel, zoals ik wel geneigd was om te gaan denken nadat ik de film had gezien. Ook frappant en overtuigend vind ik het verslag van een experiment dat gedaan is met apen. Die groep werd willekeurig in tweeën verdeeld en aan de onderzoekers werd verteld dat de ene groep veel slimmer was dan de andere. Wat bleek? Die aangewezen groep presteerde bij de testjes daadwerkelijk beter. En hoe kon dat? Omdat de onderzoekers zonder dat zelf bewust waren, tegen deze groep veel aardiger waren,  door ze vaker aan te halen en meer aandacht te geven. 

Dus: wees optimistisch en vol goede moed, vol vertrouwen, allereerst over jezelf, want daar knap je van op en uiteindelijk de hele omgeving met jou mee... ik vind het frappant om nu al ook bij Greta Thunberg deze verschuiving te zien: zij klaagde eerst de bedrijven en de politiek aan This is all wrong... zo begon haar speech in New York en nu zegt zij op de klimaattop in Madrid : There is hope. I have seen it. Zij is uitgeroepen door Times Magazine  tot persoon van het jaar, een mooie foto van haar, staande op een rots in de branding.

Dus ik breng het boek heel snel terug baar de bieb, zodat weer snel een ander het kan gaan lezen, wat zou het geweldig zijn als dit nieuwe mensbeeld de overhand zou krijgen! En als toetje kwam ik terecht in de prachtige fijnzinnige pentekeningen van verborgen steden, verbindingen,  als een nieuw soort van innerlijke kaarten; wegwijzers van Carlijn Kingma. Rutger Bregman bedankt haar in zijn nawoord: ‘Carlijn is een van de meest getalenteerde kunstenaars van Europa. Zij maakte een werk naar aanleiding van mijn boek dat waarschijnlijk nog in musea zal hangen als mijn boeken al verwerkt zijn als oud papier’ Grote woorden, maar het stelt, net als het boek van Bregman, niet teleur.