Ik hoorde het gisterenochtend op de radio en kreeg er een brok van in mijn keel. Gelukkig kon ik nog net met pen neerkrabbelen wat het was: Casta Diva uit de opera Norma uitgevoerd op cello door Camille Thomas en helemaal gelukkig vond ik de uitvoering ervan op YouTube. Sindsdien heb ik het al heel vaak beluisterd. Er zit zo’n mix van emoties in, ik kan het niet goed traceren. Het heeft iets van de onvermijdelijke gang door de tijd, een zware slepende gang, ook bepaalt door het lot waar je niks aan kunt veranderen... Tegelijk is er ook iets dat eraan ontsnapt, maar ik weet niet wat en hoe.
Ineens bedenk ik mij dat het dus uit een opera is en er gezongen wordt en dat er dus woorden zijn, misschien dat deze mij iets kunnen zeggen. Het blijkt dat Norma een priesteres is van druïden en die sporen haar aan om een oorlog te ontketenen tegen de Romeinen die over hen willen heersen. Dan zingt Norma richting hen, het is een gebed naar de godin van de maan met een vraag naar vrede. Woorden zijn o.a. Calm, o Goddess, calm the fire that burns in these hearts / calm there fearless zeal... Wat de druïden niet weten is dat zij verliefd is geworden op een Romein en dus ook bang is dat deze in een strijd zal sneuvelen.
Ik kijk en beluister meerdere versies van operadiva’s, van Maria Callas die het al in december 1958 zingt, ik was acht maanden oud, muziek blijft onsterfelijk, zwart-wit beelden, statisch met een koor aan weerszijden, tot een grootse moderne setting waar er tijdens het zingen een groot wierookvat door de ruimte slingert. Ik hou niet zo van zang en aria-uithalen, het leidt mij af van de muziek.
Maar er sijpelt door dat kleine onderzoek wel meer sfeer door; de wildheid van de natuur en de poging om deze te temmen door civilisatie: het rusteloze met juist wel een gebed naar vrede. Het onvermijdelijke aan de loop der dingen, geworpen in een sterfelijk bestaan... Ik luister opnieuw naar de cello uitvoering. Die cello... een favoriet instrument van mij omdat het een soort van androgyn timbre heeft, zo diep circulerend en vibrerend tussen je buik en je hart. Tot drie keer toe is de aanhef in het oorspronkelijke Italiaans : Tempera, tempera, tempera...: Kalmeer! Dat is wat ik hoor en wat me tegelijk een snik in de ziel geeft, dat hoorde ik in de klanken van de cello, zonder woorden: Kalmeer... en geef vrede.