Als ik er nu aan terugdenk, dan geeft het me een soort van jubel en ik weet ook dat het een soort van krachtbron is geworden. Je bént er, zonder alle antecedenten en het had net zo goed anders kunnen zijn. Ik ben een vrouw, maar had ook een man kunnen zijn, ik had heel ergens anders kunnen leven, ik had kinderen kunnen hebben, maar ze zijn niet gekomen, enzovoort. Je leeft met je eigen omstandigheden, maar er zijn zoveel andere mogelijkheden.
Je bént er... in wakende toestand is er een bewust-zijn van jezelf, maar het gekke is, dat deze er ook is als je droomt: ook dan ben je jezelf en niet een ander. En soms word je dan wakker en kun je tegen jezelf zeggen: o, het was ‘maar’ een droom... Pas werd ik weer wakker uit zo’n droom en alle mensen, allemaal gezichten die ik niet kende in wakend bewustzijn, waren nog om mij heen. Ik zag ze als het ware zich terugtrekken en weer verdwijnen. Ook dat is toch raar, dat dit kan.
Ik droomde dat de buren voor mij, de caravan waar ik op uitkijk vanuit de terrasdeuren, dat deze vertrokken, het werd overgenomen door een aardige familie die een tuindersbedrijf hadden en zij gingen dus niet wonen op dat stukje grond, ze maakten er een moestuin van. Hier konden ze net weer andersoortige gewassen telen als op hun grond waar ze wel woonden in een grote lichtbruine boerderij met een rieten dak en ik kreeg een rondleiding over dat terrein, landerijen hierin de buurt, de zon scheen, het was zomers. Ik prees ze voor dit idee en dacht erbij: dat is eigenlijk wel leuk om bij mijn boshuisje over een moestuin te kijken, alleen hoop ik dat ze niet voortdurend bedrijvig bezig zijn.
Het klikte dus met deze mensen, maar voordat ik er erg in had, zat in ene keer de man of een man van die familie hier aan mijn tafel, op de computer Studio Sport te kijken, hij vond het zó fijn dat dit kon tussen het werk op de moestuin door, zei hij. Ik zat hier op de bank en dacht: nu moet ik hem wél vragen of hij een koptelefoon wil gebruiken, want anders is het niet te doen zo, in deze kleine ruimte. En toen werd ik wakker. Nog steeds zie ik nu, als ik naar buiten kijk, met gemak die moestuin, werk in uitvoering, voor mij. Gek toch, waar komt zo’n droom vandaan?
Bovenstaande mijmering is getriggerd door een filmpje met Anthony Hopkins dat in YouTube verscheen: What’s the meaning of life. Ik herken zijn ervaring dat er momenten zijn in het leven dat ‘iets’ zegt, dít moment moet je grijpen en de laatste keer was dat rondom dit huisje. Ik zat thuis en dacht: als het de bedoeling is, dan kómt het er... Wat?... Een plaats ergens in de natuur waar ik me op mijn plek voel. ‘Visualiseer het maar’, gaf ik mezelf als opdracht en komt het niet, dan niet, dat is ook goed...Ik weet het: dit klinkt allemaal heel zweverig en vaag. Maar ik beschrijf alleen maar een ervaring, een droom, een gedachtestroom.