vrijdag 1 januari 2021

Nieuwjaarsdag

Wakker worden en het bos om mij heen in een lichtgele nevel in de ochtendzon zien, met flarden blauwe lucht. Wat een mooie Nieuwjaarsochtend. Het blijft de meest vreemde gewaarwording: zonder Corona was ik nooit op deze plek beland, dat weet ik zeker. Ik was gericht op de wereld in expansie; misschien wel veel kamperen buiten, maar ik hoopte ook om veel te zien, steden, musea, tempels, culturen: ergens anders verblijven langer, alles in mij opnemen en mij daar thuis voelen.

Een huisje in het bos is nooit, nooit in mij opgekomen. Dat  ontstond langzamerhand, na in strikte quarantaine in mijn  achtertuin te zitten in de lange, lange mooie lente. En het werd zomer met ook nog eens een hittegolf en ik ontdekte dat veel alleen-zijn niks afdoet aan de ervaring van ruimte en geestelijke vrijheid. Per toeval zag ik een huisje in Drente en dacht: zoiets is wel leuk als het kouder wordt, in de herfst en de winter. Aanvankelijk zocht ik ook in Drente omdat het een gebied is wat ik niet goed ken, maar wel een aantrekkingskracht heeft qua sfeer. Ik dacht aan de houtsneden van Siemen Dijkstra.

Maar elke keer naar Drente is wel een reis en ook het openbaar vervoer werd allengs in de Coronatijd ook geen optie meer. En zo groeide Hoenderloo als plek in mijn gedachten, befietsbaar en bekend uit mijn jeugd, bij de Hoge Veluwe. Uiteindelijk wist ik, zonder hier nog geweest  te zijn, dat als de sfeer een beetje oké voelde, ik hier moest zijn, ook als de caravans of de huisjes krakkemikkig en niet geheel optimaal zouden zijn. 

En toen kwam ik hier en alles ís optimaal: Het huisje zelf; ik had het zo ontworpen als ik de keuze had en de ligging;  met de bosrand overal om mij heen en zo rustig. Een paar dagen geleden volgde ik de opkomst van de maan boven de bosrand, het eerste kwartier een grote lichte oranje bol die de lucht in ging op hetzelfde tempo als dat de zon in zee kan zakken, ik volgde deze terwijl die een boog maakte hoger de hemel in... en ik weet dat deze in de ochtend helemaal aan de andere kant van het huisje weer verdwijnt.

Zonder Corona was ik hier niet... en je kunt niet dankbaar zijn voor Corona, maar je wel verwonderen over de rare onverwachte wegen die het leven je geeft. Op deze Nieuwjaarsdag. Traditioneel met het Nieuwjaarsconcert uit Wenen, zonder publiek dus, maar wel met applaus wereldwijd van 7000 Zoomers. Het orkest en de dirigent hadden een glans  over zich, vond ik en het is hun grote geluk geweest dat zij, als waarschijnlijk het enige orkest op de wereld, gewoon hebben kunnen doorspelen en oefenen voor dit concert met elke dag een Coronatest.

Zoals altijd at ik als ontbijt weer de oliebollen, maar ditmaal verwarmd op de kachel, en de witte poedersuiker besneeuwd de donkergrijze kachel rondom het bord. Ik heb hier geen oven en geen magnetron, hoe moest ik de oliebollen nou warm krijgen?  Alle tips op internet gingen eerst over die oven en de magnetron, welke stand of temperatuur en hoe lang. Tot dat ene zinnetje ertussendoor: je kunt ze ook gewoon op de kachel leggen, elke keer vanzelf een warme bol.

De dirigent van de Wiener Philhalmoniker sprak het publiek ook nog toe. Dat de missie van muziek en cultuur is, om de maatschappij beter te maken, hoe onmisbaar voor de geestelijke gezondheid naast alle  dokters, verplegers en wetenschapppers die zó druk zijn geweest in dat verschrikkelijke jaar 2020 met onze lichamelijke gezondheid... Hij kondigde An der schone, blaue Donau aan dat ging over 'Joy and Sadness, Life and Death.' Nog nooit had ik er zó naar geluisterd en misschien zat er ook nog nooit deze dubbele expressie met zoveel zeggingskracht in...Aangrijpend. Ik had de tranen in mijn ogen.