Ik wandelde door de sneeuw in de ochtend, drie uur lang totdat deze gesmolten was en ik de bomen hoorde druppen, ik wandelde door de luwten van hoger naar lager over olifantenpaden door de bossen beschut door de wind, ik bleef binnen en zette geen muziek op om de regen te horen tikken en de wind te horen loeien door de bomen...zuchtend wandel ik, witte stenen oprapend en ik vormde daarmee een halve maan op mijn terras en ik denk steeds: alles gaat voorbij, niks blijft...
En elke keer denk ik dan: ik ben er niet aan toe om te babbelen in mijn blog, ik wil stil zijn en in die stilte aanwezig bij alle bewegingen van het leven, het komen en het gaan... Maar Amanda Gorman laat mij zelf weer present zijn in woorden, zoals zij de hele Amerikaanse Natie en iedereen die kijkt mee wil slepen in een stroom van medemenselijkheid en liefde. Zij verwijst naar verwonding en pijn en strijd en gehavend zijn, dat niks volmaakt is, maar het altijd mogelijk blijft: te leven met het verleden, in het heden, reikend naar toekomst die er nooit is. Tezamen; het verleden, heden en de toekomst, ze zijn The Hill We Climb, er is een landschap vol heuvels en daarin vertoeven maakt je onsterfelijk.