zondag 10 januari 2021

Gele velden van herinnering

Gisteren wandelde ik over de gele vlakten in de Hoge Veluwe, die ik ‘de eeuwige jachtvelden’ ben gaan noemen in mijn hoofd. Het is er helemaal stil en waarschijnlijk is het de grootste open en lege ruimte die er in Nederland te vinden is. Het doet mij goed om daar te zijn. Het liedje dat daarbij past is Fields of Gold, gezongen door Eva Cassidy. Daar gaat het over gele korenvelden, niet over heide die door riet wordt overgenomen, maar dat doet er niet toe. Het liedje associeer ik met een enorme kom, een schaal in de hersenpan waar je alle mooie gouden herinneringen bewaart, daar drijven ze rond en komen zomaar aan de oppervlakte als je erin aanwezig bent en je de controle achter je laat.

Dus vandaag wilde ik er wel weer heen. Weer met een thermoskan thee en wat te eten en ik dacht een ander zandpad te nemen die op de kaart was aangegeven en een rondgang over de velden van goud of de eeuwige jachtvelden te maken. Dat laatste is natuurlijk geassocieerd aan de Indianen, dat idee van in eindeloze galop door een land dat geen begin en geen einde kent, waar hemel en aarde in elkaar overlopen. Maar ik mocht het zandpad niet op, er was een bordje ingestoken: ‘Rustgebied voor het wild’. Dus ik fietste door, langs de familieplek en daarachter is een ander geel gebied.

Zandverstuiving is hier door mensenhanden teruggebracht, het oorspronkelijke Veluwse landschap dat er in mijn jeugdjaren nog overvloedig aanwezig was. Nu is het tot een officieel struingebied verklaard op de kaart. De laatste keer dat ik er was, was het hartje zomer en woestijnachtig warm. Moeder had de auto geparkeerd en genoot van de zon en ik ging een eindje wandelen. Ze heeft er nog een vreemd schilderijtje van gemaakt, dat ik toch maar mee naar huis nam, in de kleuren rozig met geel en ik ben er een zwart figuurtje, een stip aan de horizon, met in mijn nabijheid  een zwart silhouet van een boom, een brede vliegden waar ik nu naartoe liep. Ik en een boom en verder alleen maar gelige ruimte, door de ogen van Moeder, wat zou zij daar nu zo intrigerend aan hebben gevonden dat zij het waard vond om dat te gaan schilderen?...

Weer op de fiets, al in de buurt van de uitgang stonden er wat auto's aan de kant van de weg. Er bleken 19 mannetjesherten te grazen in de vallende avondschemering en dat is nu rondom kwart voor vijf. Turen door een verrekijker, de herten volgen, je verbazen over de grote geweien, iets uit de natuur van veraf dichtbij halen, de verrukking die dat geeft: er is dan een moment dat je weet dat je aan niks anders denkt dan aan dat wat je ziet en omdat je dat je realiseert is het daarmee ook voorbij.

Daarvoor in de plaats kwam er een herinnering terug, het was ook op een zondag, dat Broer mailde dat er ransuilen in de bomen zaten in een buurt in mijn stad. Erbij een prachtige foto die hij gemaakt had van een grote ransuil te midden van geel blad. Dat wilde ik ook zien, op stel en sprong  veranderde ik van een dag lui op de bank binnen, naar de hort op, vol verwachting. Wanneer was dat? In dit blog lees ik dat  het op 1 december 2019 was, meer dan een jaar geleden...

Geel is de kleur die bij deze dag is gaan horen, het geel van de grote vlakten van de eeuwige jachtvelden waar Eva Cassidy zingt, een schilderijtje van Moeder hangt en de ransuil in het gele blad in opgaat en er voor altijd een dierbare plaats zal hebben, om nooit te vergeten.