Ondertussen zijn er ook een paar mensen bij wie ik al meerdere boeken gekocht heb, herkenbaar aan de verpakking: de ene wikkelt alles in dik papier met ducktape, een ander beplakt het bruine karton vol met kinderpostzegels, bij weer een ander ruiken de boeken vaag naar wierook en eentje doet er een kaartje bij met : veel plezier met het lezen/kijken.
Een boek dat ik eenmalig te koop heb gezien en dat ik nu dus heb is: Liquid City. Het is een anthologie met korte verhalen van Zuid-Aziatische schrijvers/tekenaars; meestal één en dezelfde persoon. Er zijn meerdere delen van, ik heb volume 2. Zo leuk: mensen uit Singapore, Indonesië, Maleisië, Vietnam, Cambodja: de details in de tekeningen brengen mij terug naar het straatleven daar, het opslurpen van noodles temidden van hoge moderne gebouwen in het slordige rommelige en dat een parkeerplaats in de avond veranderen kan in een eet-markt... ook mensen te zien getekend die enigszins op je lijken is ook weleens leuk.
Bijna al mijn boeken in mijn boshuisje zijn aangeschafte graphic novels. Wat me er ook in aanspreekt is: ‘What you see, is what you get’ Ofwel: dat wat je in je handen hebt, dat is precies de bedoeling. Het lezen en bladeren erin werkt zoals bij kunstboeken, alleen is het daar zo, dat je kijkt naar iets dat gaat over iets wat je in het echt kunt zien. Het is een verslag van een werkelijkheid buiten het boek. Maar bij graphic novels, wil de maker dat je exact dát in handen hebt, niks anders.
Dat neemt niet weg, dat de moeite achter de schermen natuurlijk véél groter is, dan het beoogde eindresultaat, het is net zoals bij film. Daarvan bestaan veel ‘The Making of...’ en bij ondertussen klassiekers in het DC en Marveluniversum, zoals bijvoorbeeld The Sandman, zitten er bijlagen bij met de eerste schetsen, alternatief getekende titelpagina’s en het geschreven scenario en instructies van Neil Gaiman, de schrijver, aan de tekenaar, die telkens een ander is.
Er is nu één boek uit mijn oogst dat ik eerst in een tentoonstellingssetting heb gezien, op een Documenta of Biënnale, een hele zaal vol waar je op ooghoogte langs kon lopen: The Book of Genesis illustrated by R.Crumb. De tekenaar/cartoonist kende ik toen al, hij kan zeer grotesk, banaal, absurd en ook wel onsmakelijke dingen tekenen, maar hier had hij zich toegelegd op het aardig in detail en ook werkelijkheidsgetrouwe, voor zover er kennis over is, van het eerste boek uit de bijbel, de letterlijke tekst.
Het was toen wel overweldigend om letterlijk door een boek te kunnen dwalen. Het waren dus de oorspronkelijke tekeningen. Nu, als handzaam boek, zou je dit dus ook als een verslag kunnen zien van wat er in het echt is. Maar zo is het niet, want het oorspronkelijke doel, was een boek. Dus dit is nu het enige boek dat ik ken met een dubbele werkelijkheid die beide écht zijn: het is een boek en het is een verslag van mijn letterlijk lopen door een boek.
Het verlangen dat wat je meemaakt samenvalt met wat er écht is en wat het doel is, komt natuurlijk door deze Coronatijd, waar we allen gedoemd zijn om zoveel alleen maar op een indirecte wijze mee te maken: niet kunnen dwalen in steden vol druk en dynamisch mensenleven, geen concert-schouwburg of -museumbezoek... Geen visje eten op de markt: wat Marjolijn de Vos in een gedicht ‘geluk’ noemde... Het dichtgepakt tussen mensen in de metro staan en met de mensenmassa meestromen en zo, zonder zelf iets te weten, de marathon in Londen meemaken... zou dat ooit nog zó terugkomen?... Misschien is het beter om naar de wereld te kijken als in de titel van die anthologie: niks is onbeweeglijk van steen, er is een Liquid City.