Het was vorig jaar een van de eerste initiatieven in de pandemie die er vanuit de kunstwereld voor het publiek ontstond: de cellist Yo-Yo Ma begon: Songs of Comfort, waar hij zelf speelde en mensen opriep om liederen van troost op het internet te zetten. Nog steeds komen er op Insta regelmatig berichten van allerhande mensen, meestal luister ik niet, de kwaliteit bleek nogal verschillend te zijn, maar simpel zien dat mensen binnenkamers die moeite doen, is al genoeg.
Wat nog vaker voorbij komt in dit kader is #Tussenkunstenquarentaine: mensen maken met zichzelf en huishoudelijke middelen een kunstwerk na en je ziet beide naast elkaar. Elke post geeft wel iets van een glimlach en tot mijn verrassing kreeg deze site een prijs, voor een van de invloedrijkste in Coronatijd. Het is natuurlijk ook een door en door positieve sfeer die naar je toe komt: niet zeuren, we gaan er vandaag iets moois van maken.
Maar nu kwam Yo-Yo Ma dus weer in zicht via CNN, misschien wordt er gevierd dat zijn initiatief nu een jaar bestaat, ik weet het niet want ik klikte meteen op de muziek en op YouTube heeft hij hieromtrent een eigen kanaal. Stom dat ik daaraan niet heb gedacht, want op Insta kwam ik hem niet tegen. Hoe hij zijn cello hanteert met al zijn lichaamsexpressie terwijl hij speelt, prachtig.
Ik zag Dona Nobis Pacem en werd daarmee naar het Rieti-dal in Italië 100 kilometer onder Assisi getransporteerd, waar ik twee jaar achter elkaar een pelgrimstocht gewandeld heb langs de vier kluizenarijen die Franciscus van Assisi daar gesticht heeft. De eerste keer was ik deelnemer en het jaar daarop begeleider. Met een groep van ongeveer 15 mensen op pad en vaak zongen we dan midden in de natuur of als afsluiting bij een kerkje of de kluizenarij in een kring Dona Nobis Pacem: Geef ons Vrede.
Dát is de kern van religie: samen in een kring staan, samen rituele handelingen voltrekken en die met elkaar delen, een gezamenlijk universum creëren waar een ieder gelijk is, het wereldse aanzien van elk persoon wegvalt en je kunt buigen voor de wereld om je heen, dankbaar kunt zijn en kunt vieren. Waar je de wereld en je zelf wilt zegenen en hoop en inspiratie wilt geven, hoe pijnlijk en verdrietig het ook kan zijn in het dagelijks leven, maar toch: Geef ons Vrede.
Hoe veraf is dan een groots en hoog kerkgebouw met daarin in slagrij al die banken met vooraan dat toneel waar een priester in een duur gewaad op afstand van je die de Eucharistie voltrekt: Hij alleen die dit mag doen, hij man, kunnende opklimmen naar het ambt van deken,bisschop,kardinaal,paus: hoogwaardigheidsbekleders: had Jezus dit ook maar een beetje kunnen bedenken toen hij op aarde rondliep en zelf tekeer ging tegen hogepriesters met hun geboden en verboden?
Ik ervaarde de intensiteit van het delen van brood en het breken en wijn rond laten gaan toen ik zelf degene was die op de grond in een kring, dat verhaal vertelde: 'Doe dit tot mijn gedachtenis’, denkend aan dat leven van iemand die zoveel mensen achter de boodschap: ‘Heb je naaste lief zoals jezelf’ kreeg en tegelijk zo weinig omdat hij gekruisigd werd. Ik wilde zelf eerst helemaal niet dit ritueel voltrekken, maar ik moest dat zo ongeveer doen van zuster M. die medebegeleider was, want ik was de hoofdbegeleider en de eindverantwoordelijke en de communie moést een keer gebeuren tijdens een pelgrimsreis, vond zij.
Ik herinner me dat ik vlak van te voren nog dacht: 'Nee! Ik kan dit niet, ik wil dit niet...' Toen het voorbij was zei een deelnemer: 'Jij bent wel van het simpele, hé, ik vind dat wel mooi.’ O, gelukkig, een last viel van mij af. Véél liever zing ik samen in een kring. Een lievelingslied blijft dat lied uit Taize: Ubi Caritas, Deus Ibi Est (Waar liefde is, daar is God). En: 'Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft.' En op de derde plaats komt dan: 'Dona Nobis Pacem'.