dinsdag 29 april 2008

Tekens aan het wereldruim

Ik las onderstaand gedicht en dacht: dit is er écht eén van voor het internettijdperk.
Toen afstand nog iets betekende: het grote onbekende dat je in je geest naar je toe probeert te halen. Toen het nog aandacht en wils inspanning vroeg om een ander te visualiseren voor je geestesoog en die tot een naaste te maken.
En nu?
Er is een virtuele werkelijkheid onstaan, wereldwijd, die bijna net zo rëeel is als de allerdaagse werkelijkheid.
En toch... om een mensheid te kunnen ervaren die "waar is en sterk en teer": het vraagt dezelfde krachtsinspanning van Aandacht en Wil.

TEKENS AAN HET WERELDRUIM

Ik weet het wel. Heel, héél
ver van mij in ander werelddeel
zit op ditzelfde moment
iemand, die mij niet kent,
als ik te denken aan de Zon
en wat zo anders kon.
Ik heb mijn teken aan de lucht gemaakt
en hoop, dat dit door 't zijne wordt geraakt.

Het moet zo zijn. Nog veel, véél
verder in een ander werelddeel
zit op ditzelfde ogenblik
iemand, aan ons gelijk, zijn ik
te confronteren met de Zon
en wat die eens met ons begon.
We hebben onze tekens saamgevat.
We voelen het zijne en seinen hem dat.

Waar onze drie tekens samengaan
om tot andere werelden uit te slaan,
zijgt heel het drogbeeld van één aarde neer.
Wie nu maar even het heelal beschouwt,
voelt hoe de bundeling onzer tekens zicht ontvouwt
en hoopt weer op een mensheid, waar en sterk en teer.
Of ik nu van de drie de blanke ben
en ik nog niet de gele en de zwarte ken,
voor ons zijn er geen mens-ontworpen goden meer.

Pierre Kemp (1886-1967)