Ik citeer er maar eentje:
Noemen
Noem het met name
tegen de vragen
de nachten van bazalt
tegen de zemelen dagen
tegen de hoop die vervalt
tegen de mens die verhongert
tegen het licht dat vergaat
het blindelings blijven benoemen
het naamloze
tot het bestaat.
-------
Noemen
Noem het met name
tegen de vragen
de nachten van bazalt
tegen de zemelen dagen
tegen de hoop die vervalt
tegen de mens die verhongert
tegen het licht dat vergaat
het blindelings blijven benoemen
het naamloze
tot het bestaat.
-------
Zo, daar knapt een mens van op. Ik doe er nog eentje:
Credo'tje
Het gedicht is een mistlamp het velt
geen eerste of laatste oordeel
het bakent een schimmig beeld af
of beeldt iets uit: een baken
op geheimzinnige wegen die vroeger
veel vroeger fluisterend heetten:
Hart
en
Ziel
het gedicht is een polsstok
geen meetlat
het wijst geen lengte en breedte
maar steunt over morsige diepten
kroostvol listen en leugens
de stem in zijn sprong
naar een inzicht
soms.
-------
Zo wil ik dat "geloven", weer wordt: blijven noemen en polsstok zijn.
Credo'tje
Het gedicht is een mistlamp het velt
geen eerste of laatste oordeel
het bakent een schimmig beeld af
of beeldt iets uit: een baken
op geheimzinnige wegen die vroeger
veel vroeger fluisterend heetten:
Hart
en
Ziel
het gedicht is een polsstok
geen meetlat
het wijst geen lengte en breedte
maar steunt over morsige diepten
kroostvol listen en leugens
de stem in zijn sprong
naar een inzicht
soms.
-------
Zo wil ik dat "geloven", weer wordt: blijven noemen en polsstok zijn.