Heb de stilte lief,
boven alles: ze brengt een vrucht
voort die geen tong kan beschrijven.
Aanvankelijk moeten we onszelf
geweld aan doen om in stilte te verwijlen
Maar dan wordt in ons
iets geboren
dat ons naar de stilte trekt.
Nu kun je denken: 4e eeuw, de woestijn, erg lang geleden, zo'n ervaring is nu niet meer haalbaar. Maar Ellen Warmond bericht in de bundel Gesloten spiegels (1979) over hetzelfde:
ZO MOET HET
Alles gevonden
gemeten geweten
daarna alles verloren
en eindelijk horen
dit is het:
de stilte zingt.
Moét het zo?... Ja, voor mij wel... het moet niet, maar er is een verlangen en als ik daar niet aan toegeef, dan word ik toch iets van ongelukkig.
Toen ik ooit in British Columbia in Canada was, reden er op de weg langs de rivier ineens hele grote zilveren containers af en aan. Containers vol rivierwater en vol vis. De jaarlijkse zalmtrek was aan de gang: wilde zalmen zwemmen tegen de stroom in van de zee naar hun broedgronden in kreken in het binnenland. De rivier was op deze plek onderbroken en nu dacht men zo slim te zijn om alle zalm een overtocht aan te bieden, door ze op te vangen in die containers en ze zo over de weg weer naar de rivier te helpen, zodat ze vrolijk hun weg zouden kunnen vervolgen.
Dat gebeurde ook. Alleen bleek de zalm na hun uitstapje op het droge, de jaren erop veel minder én kleinere nakomelingen te geven. Zo was ik getuige van iets uitzonderlijks. Want de jaren daarna is de zalmtrap ontwikkeld: daar waar de rivier onderbroken is geworden door mensenhanden is een trap van water gemaakt, zodat de zalm toch door kan zwemmen.
Voor mij is het een onoplosbaar soort dilemma: als stilte het eigenlijke element is, de rivier waar ik in zwem, hoe ga ik dan om met al die viscontainers, waar ik voortdurend ingesluisd word?
Soms vind ik het dan gemakkelijk om het maar te vergeten: die stilte, die zingt.