Ian Mc Ewan schrijft boeken waar ik vroeger niet genoeg van kon krijgen. In The Cement Garden stoppen kinderen hun dode moeder in cement, in The Comfort of Strangers vermoordt een stel iemand in het labyrintische Venetië. In een ander boek, de titel is me ontschoten, wordt een lijk in stukken gesneden. In The Child in Time verdwijnt er plotseling een kind en volg je de ouders in hun zoektocht. Al zijn korte verhalen hebben iets... sadistisch?...
Ik weet het niet hoor: in een vergeeld interview uit 1989, dat ik terugvond in zijn verhalenbundel Tussen de Lakens zegt Ian McEwan zelf dat er mensen zijn die zondermeer van zijn boeken houden en anderen die er een hekel aan hebben omdat ze luguber, sadomasochistisch en vol verwrongen seksualiteit zouden zitten.
Dat heb ik nooit gevonden. Ik vond ze op de een of andere wijze altijd opslokkend vitaal.
Reden om aan archeologie in mijn boekenkast te doen, is het boek On Chesil Beach. Vorig jaar uigekomen, dus geschreven door een rijpere oudere Ian Mc Ewan. Mooi om door mijn leesgeschiedenis met hem, zijn groei naar dit boek te kunnen volgen. Een prachtig boek, waar alles wat duister en onuitgekristalliseerd was, nu helder is en in een eigenlijk heel eenvoudig verhaal verteld wordt.
Het gaat over Florence en Edward, een paar uit 1962. Zij een veelbelovend eerste violiste, die gevoedt wordt door een eterische wereld vol schoonheid en muzikaliteit. Hij is een down-to earth geschiedenisstudent, die bijvoorbeeld de namen van veel vogels kent en van rock en popmuziek houdt. Driekwart van het boek is een opmaat naar hun huwelijksnacht: voor Edward het moment dat alles vervuld wordt, voor Florence iets om bang voor te zijn.
Ik herinner me ineens dat een arbeidersvrouw ooit aan me vertelde hoe zij daarover voorgelicht was door haar moeder. Die had gezegd: je staat voor een deur en die deur is dicht en ineens gaat die open. Punt. Die deur: Florence en Edward komen er nooit door. Florence rent gedurende hun huwelijknacht kotsend en walgend Chesil Beach op. En Edward noemt haar frigide.
Als lezer dacht ik gedurende die opmaat: ja nu weet ik het wel. Een stel dat nooit echt met elkaar praat, ieder in een eigen wereld, nog voor de seksuele revolutie. Een tragische vergissing. Maar dan versnelt het boek in de laatste pagina's. Je leest over hun levens in vogelvlucht. Het blijkt dat Florence en Edward wel degelijk écht van elkaar gehouden hebben Edwards leven zit vol vriendinnen en blijft een rommelig geheel. In stille momenten weet hij, dat hij eigenlijk alleen maar echt van Florence heeft gehouden. Florence wordt een wereldberoemde musicus, geroemd om haar gevoelige, gepassioneerde interpretaties. Zij kijkt nog altijd naar die lege stoel, waar Edward had moeten zitten.
Wat was er nodig geweest om die huwelijksnacht wél te laten slagen? Als ik daarover nadenk, dan schieten de woorden Tederheid en Kracht me te binnen. Tederheid om in die rare huwelijksnacht, niet naar je eigen gekwetstheid en verlangen te kijken, maar naar de broosheid en angst van die ander. Kracht om over dat belachelijke, onvervulde hier-en-nu, de toekomst in te kunnen kijken en te geloven dat het uiteindelijk GOED zal komen.
Het samengaan van Tederheid en Kracht had hen kunnen redden. Alle andere boeken van Ian McEwan gaan over de onbalans tussen beide. Kracht alleen, laat mensen vreemde dingen doen. Tederheid alleen, is een soort drijfzand die willoos, week en broeierig maakt.
On Chesil Beach is zo prachtig omdat het mij vertelt dat ook zonder abberaties als moord, machtsmisbruik, verdwijning, geritualiseerde ellende, een leven onvervuld blijft zonder het samengaan van Kracht en Tederheid.
Ik weet het niet hoor: in een vergeeld interview uit 1989, dat ik terugvond in zijn verhalenbundel Tussen de Lakens zegt Ian McEwan zelf dat er mensen zijn die zondermeer van zijn boeken houden en anderen die er een hekel aan hebben omdat ze luguber, sadomasochistisch en vol verwrongen seksualiteit zouden zitten.
Dat heb ik nooit gevonden. Ik vond ze op de een of andere wijze altijd opslokkend vitaal.
Reden om aan archeologie in mijn boekenkast te doen, is het boek On Chesil Beach. Vorig jaar uigekomen, dus geschreven door een rijpere oudere Ian Mc Ewan. Mooi om door mijn leesgeschiedenis met hem, zijn groei naar dit boek te kunnen volgen. Een prachtig boek, waar alles wat duister en onuitgekristalliseerd was, nu helder is en in een eigenlijk heel eenvoudig verhaal verteld wordt.
Het gaat over Florence en Edward, een paar uit 1962. Zij een veelbelovend eerste violiste, die gevoedt wordt door een eterische wereld vol schoonheid en muzikaliteit. Hij is een down-to earth geschiedenisstudent, die bijvoorbeeld de namen van veel vogels kent en van rock en popmuziek houdt. Driekwart van het boek is een opmaat naar hun huwelijksnacht: voor Edward het moment dat alles vervuld wordt, voor Florence iets om bang voor te zijn.
Ik herinner me ineens dat een arbeidersvrouw ooit aan me vertelde hoe zij daarover voorgelicht was door haar moeder. Die had gezegd: je staat voor een deur en die deur is dicht en ineens gaat die open. Punt. Die deur: Florence en Edward komen er nooit door. Florence rent gedurende hun huwelijknacht kotsend en walgend Chesil Beach op. En Edward noemt haar frigide.
Als lezer dacht ik gedurende die opmaat: ja nu weet ik het wel. Een stel dat nooit echt met elkaar praat, ieder in een eigen wereld, nog voor de seksuele revolutie. Een tragische vergissing. Maar dan versnelt het boek in de laatste pagina's. Je leest over hun levens in vogelvlucht. Het blijkt dat Florence en Edward wel degelijk écht van elkaar gehouden hebben Edwards leven zit vol vriendinnen en blijft een rommelig geheel. In stille momenten weet hij, dat hij eigenlijk alleen maar echt van Florence heeft gehouden. Florence wordt een wereldberoemde musicus, geroemd om haar gevoelige, gepassioneerde interpretaties. Zij kijkt nog altijd naar die lege stoel, waar Edward had moeten zitten.
Wat was er nodig geweest om die huwelijksnacht wél te laten slagen? Als ik daarover nadenk, dan schieten de woorden Tederheid en Kracht me te binnen. Tederheid om in die rare huwelijksnacht, niet naar je eigen gekwetstheid en verlangen te kijken, maar naar de broosheid en angst van die ander. Kracht om over dat belachelijke, onvervulde hier-en-nu, de toekomst in te kunnen kijken en te geloven dat het uiteindelijk GOED zal komen.
Het samengaan van Tederheid en Kracht had hen kunnen redden. Alle andere boeken van Ian McEwan gaan over de onbalans tussen beide. Kracht alleen, laat mensen vreemde dingen doen. Tederheid alleen, is een soort drijfzand die willoos, week en broeierig maakt.
On Chesil Beach is zo prachtig omdat het mij vertelt dat ook zonder abberaties als moord, machtsmisbruik, verdwijning, geritualiseerde ellende, een leven onvervuld blijft zonder het samengaan van Kracht en Tederheid.