De zusters fladderden uit de huiskamer, nog lachend, rumoerig. De anderhalve uur recreatie in de avond, voor de dagsluiting, dat is de enige tijd dat ze met elkaar praten. Hoe anders en hoe meer geconcentreerd leef je met elkaar, als je weet dat dat de tijd is van uitwisseling en ontspanning? Hé, hallo, Mirjam, hoi! En met zuster B. oefende ik nog gauw de aangepaste dansversie van de vigilieviering op zaterdag. Met grote stappen, treden overslaand, spoedde ik me vervolgens naar de kapel.
Heerlijk, het was nog donker en een voor een druppelden de zusters binnen. Da's mooi,vind ik, die omslag die er meteen is, van joligheid in verstild in de koorbank zitten. Het had iets intiems, vooral ook omdat ik nu de enige niet-zuster was. Ze waren onder elkaar en zo eindigen ze de dag. Die hoge, ijle stemmen, ineens, 12 stuks, zuster C. zong niet mee, zag ik, misschien om haar krachten te sparen.
Helemaal op het einde, dan doet een zuster het licht weer uit in de kapel, alleen een spotje op Maria voorin. Een houten strak beeld, waar je de boomstam als het ware nog doorheen ziet, Noord Europees, zo heel anders dan de flamboyante Maria's in Sevilla. Géén tranen die over de wangen biggelen, er is alleen iets van een flauwe glimlach op het gezicht te onderscheiden. De zusters keren zich allemaal naar het beeld in het donker en ze zingen hun groet naar Maria: O, Maria, moeder van de barmhartigheid... Dat zijn de laatste woorden die ze uitspreken op een dag, elke dag, alvorens ze slapen gaan.
Het ontroerde me. De woorden kwamen binnen:
Moeder van de barmhartigheid... Barmhartigheid, mededogen; dat is het centrale beginsel die alle religie en levensbeschouwing een soort water keurmerk geeft van levendwekkende, menselijke echtheid. Wat is er mooier dan elke dag een groet te brengen aan de barmhartigheid en daarna je hoofd te ruste leggen? Dat maakt zacht, dan schep je een wereld waar de zachte krachten hun werking kunnen doen.