Nu kijk ik dus al meer dan drie weken geen tv thuis en zie alleen maar bewegende beelden als ik in het wijkcentrum ben. Hap-snap, zomaar wat er toevallig opstaat, als men niet naar voetbal of naar een kookprogamma wil kijken. Overdag staat de tv de hele dag aan als een soort achtergrondbehang. Het journaal wordt steeds herhaald. Het verbaasd me dat ik daar telkens weer Sai Baba, die dood is, voorbij zie komen. En mensen die in tentjes kamperen bij Buckingham Palace voor de beste plaatsen voor Vrijdag, het koninklijke huwelijk. Ook maakt de NOS steeds reclame dat wij dat ook kunnen zien om 11.15, live.
Zo wordt de geest dus beneveld. Waarom zou ik kijken naar een koninklijk huwelijk, ergens in het buitenland? Behalve wanneer me steeds wordt voorgeschoteld dat het heel vanzelfsprekend is om er naar te kijken. En dan Sai Baba: dat was, dacht ik, een charlatan-achtige goeroe, die as tevoorschijn kon toveren. En nu haalt hij het Nederlandse journaal! Wat zit hier toch achter?
Ik denk dat er een grote behoefte ofwel verlangen is, naar rituelen in de openbare ruimte. Het gaat niet om Sai Baba, maar om wat zijn dood teweeg brengt: massale rouw in zijn omgeving in India. Het gaat niet om William en Kate, het gaat om het samen mee voltrekken van een van de belangrijkste waarden in de Westerse samenleving: wederzijdse, eeuwige trouw, die twee mensen elkaar willen beloven.
In dit licht is ook het Passie-verhaal, The Passion, dat op Witte Donderdag live op de tv te zien was, in Gouda met popsterren als Do als Maria en Syb van der Ploeg als Jezus en jakhals Eric als de verteller, een manier van doen, die erg gestimuleerd zou kunnen worden. Het gaat niet om het kerkelijke of het theologische correcte van de vertelling, maar om het gegeven dat dit verhaal, in de openbare ruimte gestalte krijgt. Op straat. Onder een diversiteit van mensen, te volgen voor een ieder op de tv en een miljoen mensem keken. Het hier-en-nu van velen wordt zo aan elkaar verbonden en dat is wat mensen verlangen: je verbinden, het hart van alle religie.
Ja, ik keek ook. In het wijkcentrum. De biljarters die anders naar voetbal kijken, keken ook, met een half oog. O, daar heb je Judas. Nu wordt hij verraden, hoorde ik ze tegen elkaar zeggen. Dat is toch een vreemd, apart moment. Om in de openbare ruimte, het wijkcentrum, te kijken naar een andere openbare ruimte en dat iedereen tegelijkertijd, op dat ene moment toch even deelt met elkaar dat dit gebeurt onder mensen: verraad. Hoe vaak heb je weet, dat zo'n concept een deel is van de gevoelswereld van anderen? Zelden. Terwijl het menselijk maakt, als je dit soort dingen wel met elkaar deelt.
Geef mij nu je angst, ik geef je er hoop voor terug: Zo wordt een liedje van Andre Hazes, gezongen vanaf de kerktoren in Gouda, ineens iets wat je iedereen gunt: angst die ingeruild wordt voor hoop. Wie dit in zich zelf kan voltrekken, verrijst waarlijk in een nieuw soort leven, ruimte openbaart zich: open-bare ruimte.