donderdag 21 april 2011

Passanten

Gisteren was het zo'n gouden dag. Voor het eerst weer naar de Bisonbaai gefietst. De dijken bezaaid met gele boterbloemen, pinksterbloemen en paardebloemen, ook al in het stadium van de pluizebolletjes waarvan de zaadjes alle windrichtingen op zullen gaan. Sommige bewoners langs de dijk hadden die volgezet met tulpen, rood, oranje, paars, roze, helemaal vol, dat wil ik volgend jaar ook in mijn voortuin. Paarse seringenbomen bloeiden en bij de Bisonbaai hing er alleen nog maar een vage sluier van lentegroen over de grote rij bomen.

Het is toch werkelijk de mooiste plek in mijn omgeving, vooral als de avond valt. Het meer wordt een spiegel, de rode zon zakt weg, in de verte hoor je de boten vanaf de Waal, de mensen die er nog zijn worden vanzelf stil. Op de terugweg passeren geuren van allerlei bloesem je neusvleugels als onzichtbare passanten die dwalen naar verte en ruimte. Bij het stenen labyrint aan de Waalkade stond precies in het midden een zoenend paartje. Ach, zo'n lente-zomerdag, je beleeft ze maar zelden, zo; dat dachten zij ook, wellicht.

Het was al donker, ik fietste langs het huis van P. en ik hoorde: Mirjam! is dat Mirjam? Ja, jij bent het! Het was M. (zie blogje Wat woorden, Januari 2011) die met een vriendinnetje aan het joggen was, geen heel regelmatige bezigheid zo bleek, maar wel om serieus genomen te worden. Wat vind je van mijn kleren, het ziet er toch niet zo uit, dat je denkt ach, die meisjes die doen maar alsof, die lopen maar wat? Ik verzekerde haar dat het er trendy, en toch ook heel sportief uit zag.

We haalden wat oppasherinneringen op, P. kwam ook nog naar buiten, al in pyama, er was een foto van me opgedoken nog in de achtertuin van haar ouderlijk huis, lang voor haar partner in beeld was, lang voor de tijd dat E. en M. het levenslicht zagen. Je lijkt er net een hippie! lachte M., nou dat zeggen ze nu ook nog weleens, zei ik. En eindelijk had ik dan het boekje in handen van de liturgie van de begrafenis van Theun Gerrit.

Ach... er is veel gezongen in de dienst. De geluidsband krijg ik nog wel. Nou heb ik de hele tijd dat liedje in mijn hoofd van de Mama's & Papa's: Dream a little dream of me.


Sweat dreams til sun beams find you,
sweet dreams that leave our worries behind you,
but in your dreams, whatever that me be,
dream a little dream of me.

Dat wil ik ook wel op mijn begrafenis. Als de droom van een bloesemgeur zo passeer je, een passant van dag naar nacht.