Vandaag is het Werelddierendag: ja dat wist ik altijd wel vagelijk. Dat Franciscus van Assisi daaraan ten grondslag ligt, wist ik dat?...Geen idee meer. We hebben het over pakweg elf jaar geleden. Want sindsdien is het voor mij de feestdag geworden van diezelfde Franciscus, sinds ik bij de 'Franciscaanse familie' hoor, zoals men dat zegt in deze kringen. 'Onze kringen' zou ik bijna moeten zeggen, maar dat gaat me ergens toch te ver. Ik geloof niet zo in het ons-kent-ons-sfeertje, ik voel me dan al snel benauwd worden.
Toch kan ik me ondertussen natuurlijk niet anders meer, dan me wél franciscaans-minded noemen. Toen ik vandaag in de kapel keek naar het icoon van dat kleurige kruis van Damiano, waarbij Franciscus vanuit het veld waar hij een vervallen kerkje in liep, dat kruis hoorde zeggen: 'kom, herstel mijn huis'en hij vervolgens met stenen ging slepen, dat kruis dat nu helemaal omkransd was met zonnebloemen en groene strengen bramenblad met een enkele rode braam...ja dan weet ik dat ik wel hoor bij de 'Franciscaanse familie'. Omdat ditzelfde kruis ook tegen mij sprak: 'Er is een weg door verdriet heen, ik sta met open armen" En toen wist ik nog niet dat het tot Fransicus gesproken had... En zo raak je hooked.
'Elkaars ziel behoeden', was het thema deze dagen, zo concreet als Fransicus en Clara van Assisi dat een leven lang gedaan hebben en waaover zoveel verhalen en legendes van doorverteld zijn. Door Thomas van Celano, De Drie Gezellen, Bonaventura, in de Fioretti, door al die eeuwen heen: afgelopen jaar was het Clarajaar, omdat zij 800 jaar geleden gestorven is.
'Elkaars ziel behoeden: Hoe ze elkaar inspireerden, maar ook corrigeerden, elkaar steunden en troosten: een leven lang aandacht voor elkaar, elkaar volgend, zonder elkaar dagelijks te zien. En beide ingebed in dezelfde vreugde voor het leven en dezelfde passie: nooit over een ander willen heersen, niks willen bezitten: al het goede teruggeven aan de Allerhoogste. God, De Heer, de Allerhoogste: dat was een heel gewone wijze van spreken, in die dagen.
Want wat je zelf toevallig redelijk doet, is uiteindelijk niet je eigen verdienste, maar is je ook zomaar gegeven. Je maakt je eigen talenten niet. Ik zie zo'n thema nergens in de hele christelijke wereld op zo'n wijze uitgewerkt: radicaal en speels tegelijk.