Gisteren heerlijk gewandeld rondom Ruurlo. Zonnig, herfstig en in de rondwandeling waren alle landschapjes te beleven die vriend E en ik de afgelopen 15 jaar ofzo doorlopen hebben in de Achterhoek. Stukjes geheimzinnig bos, een smal paadje tussen het riet, varens, bosbes-struiken en ander kruipgoed, het water van een rechte beek, waar nu een vissentrap in was aangelegd, de brede zandwegen, de open velden, de oude boerderijen... Maar ook nieuwbouwwijkjes, bestrating waar het op de oude routebeschrijving nog ongeplaveid is.
Het is zo'n soort wandeling zoals je welleens kunt bedenken dat het in je eigen brein is. Van alles wat: stukjes land nog niet bewerkt, andere stukjes al gerooid, stukjes vergeten, anderen zo ingericht dat er geen weg meer terug lijkt, stukken waarvan je hoopt dat ze altijd zo blijven...
De afgelopen weken zag ik de hele reeks In Thearapie, de laatste, met Peter Blok als therapeuut, die voor mij voor het eerst een rol neerzette waarin ik geloof. De vorige serie kon ik op eeen gegeven moment niet meer aanzien. Die therapeut die ook in zijn privé, steeds maar de therapeut is en waarmee geen fatsoenlijk gesprek te voeren was! Nu is hij een van de patienten en nu blijkt dat ook een deel van zijn probleem te zijn. Hij wordt zich dat bewust en op het einde wil hij zijn beroep aan de wilgen hangen. Lovenswaardig, maar wellicht te snel in zijn conclusie, maar hoe dat verder gaat, dat weet je dan weer niet.
Wie werkelijk een glansrol speelt, is Jeroen Krabbé. Hij speelt een oudere zakenman en vader van een dochter met wie hij een heel goede band heeft en die hij moet leren loslaten. Hij is het in zijn leven allleen maar gewend geweest om de leiding te hebben en controle te houden, zich in crisessiuaties staande te houden en te managen. Hij lijkt die spanning nodig te hebben in zijn leven, hij kan niet anders, dat is wie hij is, zegt hij. Reden waarom hij toch in therapie is gegaan, zijn de onverwachte paniekaanvallen die hem plotsklaps overkomen.
In de therapie blijkt hij zijn oudste broertje verloren te hebben, die verdronk voor zijn ogen, terwijl deze een mooie steen voor hem uit het meer aan het opvissen was. Heel ontroerend is het moment waar de therapeut zegt: 'Het lijkt alsof je vanaf dat moment dat jongetje dat je toen was bent kwijtgeraakt. Dat jongetje dat wachtte op die mooie steen. Alsof dat jongetje er niet meer mocht zijn'. Nou en!, zegt Jeroen Krabbé, huilend, wat heb ik aan dat jongetje, die heeft me niet verder gebracht. Maar de therapeut zegt: misschien is het wel heel erg de moeite waard, om dat jongetje weer op te zoeken... en Jeroen dept zijn tranen en vertrekt en zal de volgende week weer terugkomen.
Door naar deze serie te kijken heb ik voor het eerst vertrouwen in wat therapie vermag. Bij een goede therapeut is het mogelijk om bij je echte kern te komen en die kern wil waarachtig leven, wil tot bloei komen, uit het corset van alle aanslibsels uit je leven. Je doet mensen pijn omdat er blinde vlekken zijn, die wel doorzichtig kunnen worden. Ik vind dat een heel optimistische, zonnige visie op het mensdom en het is iets waarin ik ook geloof: Dat elk mens tot wasdom wil komen en in evenwicht en harmonie met zichzelf en anderen wil leven.