zaterdag 13 oktober 2018

Catan, Sicilië, lobsters

Dat was lang geleden dat ik het gespeeld heb: het bordspel Catan. Het heette eerst ‘De Kolonisten van Catan’, maar dat eerste deel is kennelijk afgevallen, dat zal wel te koloniaal klinken in de huidige tijd. Het was meer dan twintig jaar geleden een ware hit, ik kende mensen in mijn omgeving die het wekelijks speelden, met rituelen, ik geloof drinkgelagen en verkleedpartijtjes, omgeven. En dan kwamen er uitbreidingen en werd het nog spannender. Zo fanatiek ben ik nooit geweest.

Gisteren speelde ik het met nichtje L. en haar vriendje E., die tezamen een team vormden tegenover haar moeder en mij. Het leuke is, dat het bord zelf elke keer er anders uitziet, je legt een landschap aan met zeshoeken, waar bossen, weiden, steengroeven en leem, je aan grondstoffen helpen, waarmee je hout, schapen, ertsen en bakstenen vergaard, zodat je wegen, dorpjes en steden kunt bouwen en die kunnen weer aan handelshavens aan zee liggen. Het is dus een vreedzame en landelijke wereld waarin je bent, heel anders dan monopoly of risk, dat om geld of wereldoorlogvoering draait. Je kunt proberen te onderhandelen met die ander, maar het hoeft niet.

L. en E. deden eerst hun verhalen over de cultuurreis met school naar Sicilië. Beide facultatief meegegaan met twee docenten naar de catacomben van de Kapucijnen en ze huiverden er nog van: 8000 staande en aangeklede skeletten, sommige half gemummificeerd, van monniken, bisschoppen, maar ook mannen, vrouwen en kinderen in resten van burgerkleding, het werd een eer om daarbij gezet te worden. 

Ach, ‘mijn Kapucijnen’...ik vond het indertijd wel aanstekelijk en aards hoezeer ze de dood ook bij het leven vonden horen, getuige het gegeven dat al hun eigen doden aanvankelijk in de binnentuin van het klooster begraven werden, en je ze dus dagelijks via de kloostergangen passeerde. In Rome maakten ze van alle botjes en schedels mozaïeken en meubilair, ik vond het wel een charme hebben, helemaal niet eng, maar dit op Sicilië is andere koek.

Nichtje L. deed haar hele referaat over de zeestad Selinunte en met de gedownloade Google Earth kon ik nu precies meemaken waar zij stond tegenover haar schoolgenoten in de schaduw onder een boom. Er staan daar de ooit grootste Griekse tempels ter wereld en ze hadden als enigen op het eiland een bondgenootschap met de Carthagen, maar die hebben hen verraden en de stad uitgemoord. De zwakke schakel was de noordelijke poort en nichtje vertelde heel beeldend hoe die veldslag gegaan is, ik zag allemaal scenes voor me uit Lord of the Rings, de slag bij Helmsdeep, dan realiseer je je, dat ver voor Christus dat echt zo ging, met pijl en  boog en stenen en katapulten, mens tegen mens.

Een gelukkigere afbeelding was een foto van hen tweeën voor een aquarium met levende lobsters. Waarom? Omdat lobsters maar één partner in hun leven hebben en ze met  de scharen met elkaar verbonden zijn en E. en L. deden dat voor met hun handen en vingers: twee keer een knipmes, aan elkaar geschakeld. Ja, ik vind ze samen heel leuk met elkaar, een lief setje, inspirerend. Ja, er zijn in de dierenwereld talrijke voorbeelden van éėn partner tijdens het leven, koningspinguïns, noemde ik. Waarom het mensen niet altijd lukt, kent tal van oorzaken, maar dat er onder de mensen ook een soort is, die wel een leven lang gelukkig is met elkaar, dat staat ook vast: op een schoolreünie zag ik ze ook en ze keken nog even verliefd en betrokken naar elkaar als toentertijd op het Stedelijk Gymnasium.

Indertijd haakte ik bij Catan af, omdat ik het eindeloos vond duren en je eigenlijk niks kon plannen omdat het hele bord met veel spelers daarvoor teveel verandert. Maar met maar twee teams is dat heel anders, je kunt anticiperen op wat die andere misschien gaat doen en zelf alvast vooruit denken. Het eindspel was spannend en wij verloren op het nippertje, maar eerlijk is eerlijk, die twee tegenover ons hadden ook veel geluk met de ontwikkelingskaartjes die ze kregen. Het zij ze van harte gegund!