Ik kwam thuis uit Ameland en de roze petunia was weer gaan bloeien. En de dahlia op het tafeltje ook, met twee bloemen. En het plantsoen stak al aardig in herfstkleuren. En het wordt de komende week ook rondom de twintig graden. Bijna absurd en het zet een extra streepje bij het nieuwe rapport over de klimaatverandering, waar wereldwijd meer dan duizend wetenschappers aan hebben meegewerkt.
Ameland was fantastisch! Ook daar het ideale weer: het was heerlijk fietsen en liggend in de duinen met een hempje genieten van de prachtige uitzichten op het wad. Windstil: misschien dat de ligging ervan, iets meer gelijk aan het vasteland van Friesland en maar 50 minuten varen daartoe bijdraagt? Dat de wind dan aan de wadkant nog wel waait, maar bij zee door de duinen wordt opgevangen?
TV-TAS, zo leerde ik van een boekenclubgenote, om de volgorde van de Waddeneilanden te onthouden. Texel: daar ben ik nooit geweest, maar zie wel beelden van de oude mevrouw S. voor me die daarvandaan kwam en als klein meisje op de kribben verse schelpdieren ging verzamelen. Vlieland daar ben ik vaker geweest , de camping in de duinen vlak achter de zee en dat je het eiland rond kan lopen op een dag, dat er bijna geen auto’s zijn en de vuurtoren als het ware midden op het eiland staat.
En ja: Terschelling, dat is al bijna twintig jaar het Oerol-eiland met een landschap dat zoveel theaterherinneringen met zich meedraagt... Schiermonnikoog: zo klein met een heel eigen sfeer in het hoofdcafé, alsof je daar op een heel grote boot bent aanbeland en de bemanning zich daar verzameld heeft om even een praatje met elkaar te maken. En de monniken uit Diepeveen zijn daar nu neergestreken, om de naam van het eiland eer aan te doen, ik wil daar nog weleens kijken, als ze zich genesteld hebben in het hotel dat tot klooster wordt verbouwd .
Ameland: het heeft mijn hart gestolen. De ruimte is een soort van knus Terschelling, op net meer een menselijke wandelmaat. Ik heb al op de natuurcamping aldaar gekeken, mooie beschutte plaatsen en aan de ene kant zie je de dijk van de waddenkant in de verte en aan de andere kant maak je eeen korte wandeling,door een klein bosje en dan ga je één duinenrij over en dan ben je aan zee. De opmaat naar de veerboot is meteen koninklijk: weids, alsof er een brede loper wordt uitgelegd vol kleuren uit de natuur naar de boot. Dan kom je aan in Nes, centraal op het eiland, ga je naar links dan is het nog geen negen kilometer fietsen naar de vuurtoren op de punt en ga je naar rechts, dan fiets je in nog geen tien kilometer naar het natuurgebied de Hon en het mooie is dat het waddenstrand direct vastzit aan het duinenlandschap, er zijn daar geen dijken, zoals ik me dat herinner van alle andere eilanden.
Zo mooi, zo erg het gevoel dat er alleen maar golvende en plooiende natuur om je heen is, in prachtige kleurschakeringen die door de wolkenluchten en de zon steeds van palet verandert en met maar vier kleine plukjes van dorpen. Met de boekenclub was het volmaakt, we hebben ons gelabeld als autistje, zorgster, refo en hoogsensitiefje, vonden dat we elkaar prima aanvulden en hebben het alleen maar goed met elkaar gehad.