En nu is het pas half zes en zo ongeveer donker! Begin januari, toen ik mijn nieuwe leven in ging van nog geen 10 uur per week in de buitenlucht werken, had ik mij voorgenomen om van de maandag een studiedag te maken. Mij opsluiten in huis achter mijn tafel met de boeken om mij heen. Ik heb meerdere genoeglijke dagen beleefd, rondom poëzie, Noorse mythologie en de woestijnvaders, o.a. Maar toen werd het die onwaarschijnlijk mooie zomer en nazomer en werd het: lezen-in-één-boek-in-stoel-in-zon-of-hangmat.
Vandaag was de eerste dag die zich er weer voor geleend zou hebben: een studie-object. Maar deze dag cirkelde zich rondom Tenerife; hoe kom ik van het vliegveld op camping (34 minuten lopen met alle bagage naar een bushalte of is er toch een halte dichterbij?) Waar is er campinggas te koop? Per mail al begrepen dat dit 5 kilometer verderop is bij een benzinestation, maar nu toch ook gelezen, mijn vraag is allang op een forum ergens gesteld, dat het in alle Ferreteria kan, hardware stores en de dichtstbijzijnde blijkt een half uurtje wandelen van de camping Montana Roja.
Het is eigenlijk ook een soort van studieobject, maar dan een levende werkelijkheid waarin ik me straks zal droppen en dat via Google Maps en Google Earth en dat snelle internet dichtbij te halen is. Je kunt zelfs een buskortingskaart aanschaffen, een app daarvoor downloaden en er saldo opladen. Dit is het nieuwe reizen: in Londen bracht het ook versnelling: in plaats van te moeten puzzelen hoe je ergens komt, geeft Google Maps je zó de eerste drie opties, met detailkaarten hoe je er exact moet komen.
En ondertussen was ik ook weer een beetje in Londen, door het boek van Aminatta Forna De Paradox van Geluk. Ook hier met Google Earth diverse plekken bekeken. En dat is zo grappig, want je springt zo van Tenerife weg het heelal in en dan zoomt het in, op bijvoorbeeld Waterloo Bridge, waaromheen ik meerdere malen geflaneerd en gezeten heb, omdat er een boekenmarkt onder is. En ik keek nu ook even hoe Monet die geschilderd heeft, zoals in het boek verteld wordt.
En in de schemer heb ik er een vos gezien, weet ik nu. Er schoot iets langs mij, op de trappen naar boven langs het National Theatre en ik dacht toen: Hé? Is dat een grote poes, omdat die zo verend en harig liep, nee kan niet, poezen zijn niet zo groot, maar een hond klopte ook ergens niet met de proporties, veel te lage pootjes. En dan wil het toeval dat dit boek begint op de Waterloo Bridge en een vos en Jean, die stadsbioloog is en onderzoek doet naar stadsvossen in Londen.
Ik geniet daar wel van: dat je geest op meerdere plekken is, in zeer korte tijd. En op en neer kan switchen, van het ene naar het ander. Naar plekken die echt bestaan, waar ik geweest ben en waar ik nog zal komen. Zo heel anders dan de reis in de binnenwerelden, zoals die in de theologie en de spiritualiteit ondernomen worden. Maar zoals het boek Prediker zegt: Er is voor alles een tijd... En het is nu kwart over zes en buiten is het pikdonker; tijd voor weer wat anders: een afwas en het koken van een maaltijd.