zondag 28 oktober 2018

Jas aan knaapje

De laatste twee dagen ‘schrik’ ik, als ik naar mijn kleine halletje loop. In het donker denk ik dat er dan iemand in de gang staat en bij licht schiet er door mij heen, hé, wie is er op bezoek? Beetje maf. Dat krijg je als je gezusterlijk gaat shoppen. Kom je ineens thuis met een teddyberen winterjas en een grote sjaal, dubbel gedrukt met aan de ene zijde een panterprint en aan de andere kant op zwart, kleurige bloemen. Dit is voor het eerst sinds wellicht 20 jaar dat ik een nieuwe winterjas heb aangeschaft en dan ook nog met het accessoire sjaal’.

Nadere inspectie van de jassen in de hangkast bij de elektriciteitsnet en gas en watermeter leert mij dat alle andere jassen ooit tweedehands zijn aangeschaft, zoals die zware donkerblauwe houtje-touwtje-jas, de lange beige ’sjamanenjas’, zoals iemand die ooit noemde, bekleed met nepbont en nu met uitgescheurde zakken, die deftige ‘begrafenisjas’ Burberry’s wool & camelhair en o, dan ook nog de oude winterjas van Vader, een echte Alpen loden zegt het vignet.

Tegenwoordig is het wel in om tweedehandskleding te kopen, dat heten nou allemaal vintage-boetiekjes, eerder was het alleen maar een teken dat je een armeluismens was. Anoniem snuffelen in eindeloze rekken en bergen kleding vond ik wel leuk, dat was als strandjutten, maar nu heeft de winkel al voorgesorteerd, sjieke merkkleding hangt al in aparte rekken. Dus nu vind ik het weer leuk om in outlet-winkels te snuffelen. Ik leerde ook over dit nieuwe concept: de pop-up winkel, waar ik mijn teddyberenjas kocht.

De eigenaar van deze zaak, zo vertelden de twee dames in de winkel, gaat veel shoppen met zijn vrouw door heel Europa heen. Daar heeft hij adressen, waar werkelijk van alles te vinden is en hij vraagt regelmatig aan hen, wat hij nu mee moet nemen. Horen zij in de winkel bijvoorbeeld dat mensen zoeken naar iets van leer, dan komt hij ermee terug. Hij heeft nu vier zaken, in Breda, Leiden, Arnhem en Den Bosch, hij huurt een pand, zolang de voorraad strekt en doekt het ook zo weer op. Zo blijft hij flexibel met weinig vaste lasten.Mijn sjaal komt dus niet uit China, zoals ik suggereerde, is in ieder geval in Italië of Parijs ingekocht.

In een outletzaak bij mij in het winkelcentrum vond ik al snuffelend een glanssatijnen hemdje met een plooirand onder, het model doet denken aan mijn kleuterballetpakje, met dat motief waarheen ik allang getrokken wordt en wat ik associeer met het merk King Louise, voor kleurige linkserige yuppenvrouwen. Op de Noordermarkt in Amsterdam is daar op de zaterdag een kraam waar, als ik er ooit eens kom, in weer en wind flink gegraaid wordt. Het is een motief met fladderende kolibries tussen de bloemetjes, op een zachtroze-beige ondergrond.

‘Komt al dit spul uit China?’, vroeg ik en weer leverde het een inkijkje op in de wereld van de kleding. Nee, het kwam werkelijk overal vandaan, winkels die failliet waren verklaard, overschotten uit magazijnen en dat van jou is een sample, daarom staat er geen maat en geen merk in.’  Dit zijn dus kledingstukken die naar allerlei vertegenwoordigers van merken worden verzonden en als ze het dan aankopen, pas dan wordt het kledingmerk erin genaaid. En dan blijven er dus ook samples over en die gaan weer naar zo’n outletshop.

Incognito kun je er dus héél dure kleding treffen. Dit is dus voor mij het nieuwe strandjutten naar kleding. Ik vermoed toch dat er dan een tussenbedrijf is van Chinese afkomst, die weer op zoek gaat naar dit soort partijen, de kledinglabels eruit haalt en er een eigen labeltje aanhangt, wat dan zoveel zeggen wil, denk ik, als: gezien en behandeld.

Mijn jas-met-sjaal aan het knaapje is voor mij ook een soort van symbolische jas, ik kom ermee op een ander terrein, dan in mijn ‘kloosterperiode’. Gisteren had ik zin om erin te flaneren, zoals de flaneur vroeger in de toen nieuw verzonnen overdekte winkelpassages in Parijs. Al die andere jassen is meer voor weer en wind buiten als niemand je verder ziet of voor de heel enkele keer als ik netjes moet verschijnen. Deze is meer voor mensenogen bestemd, en allereerst de mijne: ik voel me er een beetje damesachtig in, maar met de kraag hoog opgestoken tot mijn oor, ook een beetje gangsterachtig. Die mengeling bevalt me wel.