Gisterenavond zat ik even flink in de piepzak. Bij aankomst op mijn geboekte plek in Tirruvannamalai, bleek dat ik er niet mocht blijven omdat mijn visum dus verlopen is. Het was al donker, ik kende heg nog steg. Naveen, de ‘caretaker’, handelde razendsnel. Hij belde zijn baas, die kwam met dat bericht en heeft hem waarschijnlijk ook de opdracht gegeven om de politie te bellen. En ik belde daarna met het consulaat in Nederland, maar die kon niks voor mij doen. Uiteindelijk was er een westerse vrouw, die ook daar verbleef, al tien jaar op een rij, enkele maanden, en die belde met Dominic, de vriendelijkste man die er is, die al heel veel mensen in nood heeft geholpen, zei ze.
Ik kon daar overnachten, maar vanochtend zei hij dat hij me niet kon laten blijven, hij riskeerde om in de gevangenis te komen, als bleek dat hij mij langer onderdak zou verschaffen. Omdat de politie er al van wist, dus, en je weet nooit hoe het nieuws van mond op mond gaat... hij, een westerse man, woonde al 22 jaar in Tiru en hij had al een keer gevangen gezeten. Hij leek mij een oude hippie. 'Maar ik ben nu 68 jaar, mijn longen doen het niet goed meer, ik kan dat niet meer aan.’ ‘Let me hug you’, zei hij bij het afscheid ,’and I will pray for you that you find a good place to stay...’
Hij had als eerste advies om naar Sri Lanka of Nepal te vliegen en van daaruit zou ik zo een nieuw visum voor India krijgen. Ik zag het me niet doen. Ondertussen belde ik naar het lieve echtpaar in Chennai, waar ik verbleef, zo hartverwarmend: die stonden bij het afscheid met geld in de handen: ze wilden me een nacht gratis geven als bijdrage voor de hoge boete die mij te wachten staat. Ik hoopte dus eerst weer naar hen te kunnen gaan tot het einde van mijn reis, maar zij gingen zelf op vakantie naar Rajasthan. Bovendien zou ik hen dan wie weet ook nog in de problemen kunnen helpen, want hun adres staat op het binnenkomstformulier, realiseer ik me nu.
Zij raadden me aan om bijvoorbeeld naar Pondicherry te gaan en dan een family stay of een small lodging te zoeken, eentje waar ze niet uitgebreid in je paspoort neuzen. Dus dat heb ik gedaan. Best spannend om ineens niet te weten of je wel een goede overnachtingsplaats zult vinden, maar in de bus die 80 rupie koste, dat is dus ongeveer één euro, voor een reis van ongeveer 140 kilometer, dacht ik: maar zo deed je dat vroeger toch ook? ... Dan gaat het wel over 30 geleden, toen de Lonely Planet je reisbijbel was. Er viel toen niks van te voren te boeken of uit te stippelen.
Naveen zei dus bedremmeld dat hij me naar de politie zou brengen... Toen viel hij voor mij op tafel met zijn hoofd in de armen en bleef zo zitten en toen hij zich weer oprichtte meende ik dat hij een traan wegveegde. Hij vroeg of ik me wilde verfrissen. In de kamer dus, waar ik niet mocht blijven. Toen ik terugkwam zag ik hem nergens meer. Het bleek dat hij buiten stond te praten, en uit dat gesprekje ontdekte ik, dat naar de politie gaan écht het einde van mijn verblijf in India zou zijn. En ook niet zo duidelijk was of ik daar wel veilig zou zijn... Maar Naveen durfde mij niet stiekem een nacht te laten blijven, bang voor zijn baas. Hij vertelde dat de politie nu alle guesthouses waar buitenlanders verbleven, heel streng in de gaten hield, omdat er enkele maanden geleden een westerse vrouw door drie mannen was verkracht. Niet echt om vrolijk van te worden....
Ik begreep dat blijven in Tirruvannamalai echt geen optie meer voor mij was. Gek, ineens is je bestaan daar een gevaar voor andere mensen die ermee in de gevangenis kunnen komen... Dit is andere kant van India: strikte regelgeving, sterke gehoorzaamheid aan de orde maar ook tegelijk corruptie en onduidelijke verhalen, die elke keer weer een andere kant op kunnen buigen. En mensen die direct hun emotie daarbij laten zien, zoals Naveen, die alleen maar steeds zei I am so sorry, I am so sorry. Hij had ook al onderwijl verschillende vrienden gebeld voor advies.
Maar nu heb ik een prima verblijf gevonden in de White Town, gebouwd door de Fransen vlakbij zee. In de straten ouderwetse Parijse lantaarnlichtjes en er hangt een ontspannen sfeer. Zo heel anders als in Tirruvenmalai. Uiteindelijk denk ik dat ik hier een beter verblijf zal hebben, dat ook beter bij mij past dan wat ik in Tirruvennemelai had gehad. Maar daarover een andere keer meer.