donderdag 21 februari 2019

The Mother’s birthday met een boekje

Toen ik terugkwam uit Auroville en zo’n beetje weer werd afgezet - ik was met de tuktuk gegaan - bij de Sri Aurobindo Samadhi, zag ik dat er tentdoeken gespannen waren over de straat aan de zijkanten  van het gebouw, naar de andere gebouwen, ook van de ashram. Het bleek dat het de dag erop, 21 februari dus, de verjaardag van The Mother is. Dat is de enige dag in het jaar dat je door de vertrekken en de slaapkamer van haar kan lopen, boven op de eerste verdieping. Vanaf haar balkon gaf zij tot bijna het einde van haar leven, dagelijks een ‘darshan’, een groet of zegening.

Het zou er heel druk worden en dat wilde ik weleens meemaken. Wellicht ook maar eens in de rij gaan staan,  om naar binnen te kunnen? Een stem in mijn achterhoofd denkt ook: grenst dat nou niet aan heiligenverering?  Hoe hebben Sri Aurobindo en zijzelf daar ook aan bijgedragen? De ‘Mantrimandir’ in Auroville betekent ook ‘Goddelijke Moeder’ en zij heeft van  Aurobindo de naam The Mother gekregen. Zij, op haar beurt noemt de gedroomde stad Auroville, op zijn Frans, de stad van de dageraad, maar er zit ook de naam van Aurobindo in.

Dus gisteren besloot ik een ochtendwandeling langs de zee te maken en zo uit komen  bij de ashram. Daar was het héél druk. Mensen stonden in verspreide groepen in de rij, er was een time-lock, elk half uur werd er een klein groepje doorgelaten, richting een zij ingang, naar  boven, onder de tentdoeken door, dus. Bij de hoofdingang naar de Samadhi puilden de plek waar je je schoenen kwijt kunt uit, er stonden nu vrouwen om de schoenen aan te nemen.Nee, dit ging ik niet doen, ik ging er geen kaartje voor halen.

Ik wilde naar de boekhandel om er een boek te kopen waar ik al eerder in gelezen had: Auroville, Dream and Reality; an anthology, samengesteld door Akash Kapur en vorig jaar uitgekomen, bij de vijftigste verjaardag van Auroville. Het is een Penguïnboek, maar te koop voor een Indiase prijs, slechts 399 rupie, ongeveer 5 euro. Zo kun je ook Harry Potter en Haruki Murikami enzovoort opslaan voor dit soort bedragen. De uitgaves zijn exact hetzelfde.

(Op dit moment worden overigens bij de receptie, waar ik typ, de zes schilderijen van goden boven de receptie met fragapani omkleed en een vrouw ging met vuur en wierook  rond en een belletje en er brandt nu een lichtje bij het altaartje dat er ineens is, of dat me nu pas opvalt,  naast het bewakingsscherm met alle verdiepingen, daarop. Op de modem staat nu ook ineens een beeldje met bloemen.)

Ik besloot om met het boek weer naar de zee te gaan. Daar vond ik een bankje dat vanaf vroeg in de middag steeds meer in de schaduw komt te staan en daar heb ik de rest van de dag op gezeten en gelegen, lezend in het boek, met een lekker zeebriesje. Wat een gepionier was het daar in den beginne, in Auroville! Er was niks, een dorre vlakte op een plateau, waar je in de verte de zee kon zien. Ooit is er een  bos geweest, maar dat is weggekapt voor brandhout. De erosie was zo erg, dat de zee tijdens de moessontijd rood kleurde van de rode aarde. 

Mensen heb en in het begin lukraak allerlei soorten bomen geplant, er was nog geen bron, ze haalden met vrachtwagens het water van ergens anders. Een pionier vertelt dat hij een dam had gebouwd, om water te verzamelen, toen er eenmaal een put was geslagen, puur hand en graafwerk, en hij was gestegen in de achting van anderen, maar bij de eerste storm en regenval, was de dam verbrokkeld. Aardig laconiek zegt hij dat dit voor hem Auroville is: jezelf betrappen dat je wel geniet van het respect dat je krijgt, dan weer van je voetstuk valt, om vervolgens met een glimlach de dam weer te gaan herstellen...

Een ander reflecteert dat mensen van buiten Aurovillers vaak arrogant vinden. Hij zegt dat in de beginfase, het stuk komt uit de tachtiger jaren, er aanvankelijk Aurovillers nodig zijn die daadkracht en helemaal zonder scrupules geloven in het ideaal, er was nog bijna niks!, en dat er later wellicht ruimte zou onstaan voor de zachtere krachten.... Gaandeweg in de vijftig jaar komen er woorden dat Auroville vooral een menselijk laboratorium is, waar van alles wordt uitgeprobeerd op elk gebied, van menselijke samenlevingsvormen,  tot allerlei technieken om er daadwerkelijk te kunnen leven en dat Auroville vooral ‘een proces’ is, en dat er zoveel Aurovillen zijn, als dat er mensen zijn die er wonen..The Mother, die drie jaar na de oprichting van Auroville stierf, ging uit van 50.000 mensen, maar G., de Aurovilliaan die ik eergisteren sprak, zei dat het niet anders is dan dat de groei heel langzaam gebeurt. 

Een ander stuk is geschreven door een man die geboren is in Auroville, landbouwtechniek buiten heeft gestudeerd en nu terug is en die heel sceptisch is over al die idealen van eco-vriendelijke landbouw in Auroville. Auroville zou graag zelfvoorzienend zijn wat voedsel betreft, nu komt er ongeveer 20% oogst vandaan, vertelde G. mij. We moeten meer nadenken over de planeet als  geheel,  want Auroville, als stad van de mensheid, staat nu een maal op deze planeet...

Ik zag, al lezend mezelf voorbij komen: een vrouw met een geel  petje en een klikobak, die elk blaadje dat er lag naar een hoopje veegde en in de klikobak gooide. Ik ben thee en lekkere hapjes gaan eten en drinken, hier op  de hoek, weer een douche en daarna de rode maan zien opkomen bij zee, de dag eindigend met weer een chicken bryani. Na een week in Pondicherry is het heel aangenaam om te navigeren op de kaart die in je hoofd ontstaan is, naar favoriete plekjes waar ik eet, fruit koop of koude Coca-Cola: daar heb ik dan ineens zo’n zin in: een halve liter helemaal in ene keer wegdrinken! Ik drink thuis nooit Coca-Cola. Hier is het erg verkwikkend.