Gisteren had mijn lichaam behoefte aan rust. Even niet de hele stad op en neer wandelen, zoals ik in Venetië ook altijd doe. Het is wel sterk overigens, terwijl ik hier typ bij de receptie, kijk ik tegen een schilderij van een Venetiaanse schilder aan: een vrouw staat bij een muurtje, met op de achtergrond water en ze plukt iets uit een boom... door dat schilderij moet ik ineens aan Venetië denken. Dat ik dit hier allebei tref; een kapucijnerkerk vlakbij en een teken uit Venetiē...
Rust dus, maar waar die te vinden? Er is hier zee, maar geen strandcultuur. Zomaar zitten bij de boulevard zou overdag veel te heet zijn. Ik had ook wel erge zin in een duik in zee... Ik besloot naar de pier te wandelen, waar een klein stukje strand is. Tenminste even pootje baden. Royaal, flink het water in... er waren jongens en een vrouw met kleren aan in de golven aan het spelen...zou ik ook?....Toen mijn onderbroek toch ook al nat was, besloot ik het te doen. Helemaal onder water, met kleren en al. Heerlijk! Helemaal onderdompelen en je wat mee laten nemen door de branding, zo verfrissend.
Toen moesten mijn kleren drogen. Maar die natte kleren gaven exact de juiste koelte om toch gewoon daar op de stenen te zitten en half te liggen. Ondertussen was er genoeg te zien. Een vrouw met burka, alleen een bril gaf haar gezicht nog een contour, ging pal voor me pootje baden. Haar man, heel zachte uitstraling, met kindje op de armen, keek toe. Er verscheen een heel grote groep Indiase vrouwen in felgekleurde sari’s met goud en zilver geborduurd en die gingen ook met zijn allen voorzichtig de voeten nat maken. En er was een jong stel dat aan mij vroeg of ik een foto van hen wilde maken. Ze namen een stramme houding aan, met zo’n afgestreken vijftiger jaren blik. Maar vervolgens waren ze wel een uur lang bezig met eigen fotosessies en filmpjes: zij rennende door de branding, hij stoer, breedlachend op een steen iets in zee, enzovoort.
Terugwandelend in de namiddag, zag ik een nieuw fenomeen: Franse kleuters met hun Indiase oppassters op het strand bij de boulevard en in het kleine plantsoentje waar alleen twee stenen olifantjes en een kubusvormig verroest klimrekje is en heel veel verdorde planten,maar dat in het toeristengidsje trots Children’s Park & Dupleix Statue heet. Ja, het is een ‘parkje’ aan zee, maar veel te spelen was er verder niet. Alhoewel kinderen zich toch wel vermaken, ze renden met stokjes achter elkaar aan. De oppasters zaten aan de kant met elkaar te kletsen en op het einde nam ieder haar eigen kinderen op de scooter weer mee. Er schijnen hier nog veel Fransen te wonen. Zouden de ouders nu dan beide werkzaam zijn in al die Franse instituten? Er is in 1956, bij de overdracht aan India een ‘Traité de cession’ getekend, waardoor de Fransen een vinger in de pap bleven houden.
Het was een fijn relaxdagje. Ik wilde het beginnen met een koffie, hier op de hoek, maar dat was net opgeruimd en zou pas weer om 14.30u weer opstarten, tot 9.00u 's avonds. Je krijgt de koffie in een smal dun roestvrij stalen bekertje, de zwarte koffie staat in een pan op het vuur te pruttelen. Eerst een flinke dosis suiker op de bodem, dan de koffie erin en dan uit een andere pan, kokende melk, die men eerst met een lange armbeweging in een straal terug giet in de pan en vervolgens in het bekertje giet, tot ver over de rand, want onder het smalle bekertje is een kommetje. Zo kun je de koffie op en neer bewegen, zodat deze minder warm wordt. Zo deden mijn opa en oma dat ook altijd, maar dan met een schoteltje onder het kopje... Vandaag ben ik dus wel op tijd. Op naar de koffie!