Gisterenmiddag zat ik zomaar de hele tijd in de ashram van Sri Aurobindo en The Mother. Bij binnenkomst een muur en tapijt van bloemen. In potten op trappen de hoogte in: feloranje en gele afrikaantjes, alle kleuren zennia’s, bougainville, hoge grote dalhia’s, enzovoort. In het midden een grote boom, wier takken ondersteund worden door pilaren, zo erg de rondte en breedte in dat het een tempel in de buitenlucht lijkt. Daaronder de samedhi; een marmeren rechthoekige ’tombe’, waar de lichamelijke resten van Sri Aurobindo en The Mother zijn, geheel overdekt met bloempatronen.
Het is er stil, vanaf de ingang is er een gestage stroom mensen die eer komen brengen, vooral Indiërs, misschien is 5% van buitenlandse afkomst. Er is een boekwinkeltje waar ik eerst in ging, ik kocht enkele kleine boekjes en ging toen langs de kant zitten. Mediterend, dat gebeurt vanzelf, merk ik, als het ergens stil is, en ik ging in de boekjes lezen. Waar ik was, dat wordt voor het gemak de ashram genoemd, het centrale gebouw, omdat bij leven Aurobindo er ook woonde. Hij wilde helemaal geen ashram stichten, want de oorspronkelijke betekenis is vergelijkbaar met een klooster: volgelingen van een goeroe wonen er bij elkaar en nemen in zekere zin ook afscheid van de gewone wereld.
Sri Aurobindo en The Mother, dat was een jongere vriendin van hem, die na zijn dood ook Auroville, iets buiten Pondicherry, heeft gesticht, een soort van ideale stad waar mensen van alle gezinden en geloof konden werken en leven, verenigd in het ideaal van... vrede en harmonie, natuurlijk... De leer van Aurobindo is gegrond in de hindoeïstische filosofie: wij zijn allen één, een deel van het goddelijke of God. Wat heel erg bij hem past is, geloof ik, dat hij daarna zegt dat een ieder zich vervolgens op eigen wijze ontplooit in de Materie. Terugtrekken uit de wereld heeft dus geen zin, want je hoort daarin. Concreet betekent het dat de Aurobindo Ashram op dit moment 400 gebouwen in Pondicherry heeft, waar al die ashram-leden en mensen van buiten, ook werkzaam zijn.
Je herkent de gebouwen aan een grijze kleur met witte accenten. Er zijn medische klinieken, een huis voor ouderen, een guesthouse prachtig gelegen aan zee, met een groene tuin, ik liep er net langs. Er zijn ongeveer 1300 ashramleden: veel Indiërs, en ook buitenlanders, veelal uit Amerika, van alle leeftijden, mannen en vrouwen. Voorwaarde is geen alcohol en drugs en celibatair leven. Ook kinderen zijn er, nog in de tijd van The Mother bijgekomen, was eigenlijk ook niet de bedoeling en zij heeft een groot educational center opgericht.
Gek, het was helemaal niet mijn bedoeling om dit op te zoeken, ik wist er wel van, maar ben altijd wat sceptisch over grootse plannen van altijddurende vrede en harmonie,maar het spreekt me nu wel aan. Natuurlijk zijn de idealen al geschonden, las ik in een ander boek, en er is toch, omdat elke grote organisatie niet zonder kan, ook hiërarchie ontstaan. Het viel me op, dat de stilte rondom de Samedhi het meest doorbroken werd door ashram-leden, die op stoelen de boel in de gaten hielden en rondliepen met huishoudelijke spullen. Dat herken ik wel uit mijn kloostetijd: de buitenstaander is onder de indruk van de stilte en het decor, jij van binnenuit kan ook wel eens zonder die altijddurende stilte. Ikzelf vind het nu wel fijn dat er zo’n plek is in Pondicherry, misschien kom ik er nog wel heel vaak.