vrijdag 15 februari 2019

Religieuze verbeeldingskracht in Pondicherry

Gisterenochtend vond ik het wel een aardig idee, om mijn eigen verleden een beetje in ere te houden, door allereerst de kerk te bezoeken, die hier als eerste gebouwd is....door de Kapucijnen! Hij ligt hier vlakbij, om de hoek,pal aan zee. Hoe kun je het zo treffen... De kerk heet The Lady of Angels  en is in 1642, tegelijk toen de Franse handelaren hier voet aan wal zetten, opgericht. Die werden na allerlei gedoe, ook nog verdreven door de Nederlanders in 1693. Ze keerden terug toen de Fransen weer overheersten en toen is er een soort van koehandel, zo noem ik het maar even, ontstaan tussen de Jezuieten en de Kapucijnen.

De Jezuïeten ontfermden zich over de bevolking van Tamil Nadu, konden ze mooi hun onderwijsbekwaamheden kwijt, denk ik, en de Kapucijnen ontfermden zich over de Europeanen en de Euro-Aziaten. Je kunt in die lijn zeggen, dat het wellicht geen toeval is, dat ik ooit door hen gevraagd ben om een kamer in hun klooster te bemensen...Ja, er waren toen een heel aantal Kapucijnen in Indonesië en eentje trof ik in Den Bosch, die in Nederland zou ‘pensioneren’, al doen religieuzen dat nooit, die gaan gewoon door. Die vertelde dat hij in Indonesië altijd uitkeek naar de artikelen die ik toen schreef voor de Specials van Franciscaans Leven en wat het nieuwe  thema zou zijn. Ik zat daar toen ook voor in de redactie. Ik was toen geroerd, een vreemde cirkel die rond werd... 

Gisteren had ik dat ook een beetje in die kerk. Zó zouden kerken wat mij betreft altijd mogen zijn: van buiten pastel roze en van binnen pastel blauw en geel, met heel grote ramen die allemaal openstonden, waar je buiten de palmbomen ziet waaien, en gekleurd glas in de luiken, die prachtig, kleurig licht gaf binnen... De kerken hier zijn allemaal open, net zoals de tempels. Het voordeel van  een christelijke kerk is dan, dat het er stil en licht is, terwijl in hindoeïstische tempels het altijd donker is, vol kleine huisjes en plekjes, waar de goden verblijven. Het is een aderlating dat in het westen, de kerken alleen maar tot ruimtes zijn verworden waar de eredienst gevierd wordt en ze verder dicht zitten. De beleving dat God er ook woont en je die altijd kunt bezoeken, vervalt dan...

Daarna maakte ik een wandeling langs zee, naar de pier die vervallen is en waar je niet meer op kunt wandelen. Maar in de stellages eronder zaten mensen in de schaduw en aan weerszijden is er een beetje strand, waar ook gezwommen werd.. Dat kan en mag aan de brede boulevard niet.  Ik zag voor het eerst een Indiase vrouw in badpak. Ik wandelde voort, naar de nieuwe zwart-wit gestreepte vuurtoren. Ik kwam meteen weer in kleine vissersplaatjes met de voor mij onuitsprekelijke namen als Duppuypet en Vembakirappalaiyam. Elke keer weer, ben ik verrast door de kleuren van de huisjes, de kolams bij de entree, de concentratie van vele tempels en tempeltjes op zo’n klein oppervlakte. Op een plek stonden een katholiek kerkje in het licht oranje, tegenover een hindoetempel, in een smal straatje. De stenen van de grot van Lourdes raakten als het ware bijna één van de uit stulpende godenbeelden van de het tempeltje, 

Vandaag ga ik op zoek naar drie moskeeën. Ik begin wel boeddhistische tempels en beelden te missen. Als die er waren geweest dan was Pondicherry de volmaakte kaart  geweest van al die rijke verbeeldingskracht van mensen omtrent de zin van het leven. Nou ja, als ik dan doordenk, dan mis ik ook Yin en Yang en Chinese tempelcomplexen rondom de hemel en de aarde.